Indefinite pronouns in Dutch grammar are used when you need to refer to someone or something without specifying who or what exactly you are talking about. Common examples include “iets” (something), “niets” (nothing), “iemand” (someone), and “niemand” (nobody) among others. Learning these pronouns is essential for mastering Dutch grammar. In this exercise, you’ll practice using Dutch indefinite pronouns in various sentences that’ll help strengthen your language skills.
Exercise 1: Fill in the blanks with the correct indefinite pronoun
1. *Iets* (something) is beter dan niets.
2. Heb je *niets* (nothing) te doen vandaag?
3. *Iemand* (someone) moet hier verantwoordelijk voor zijn.
4. *Niemand* (nobody) weet waar hij is.
5. *Elk* (every) boek heeft een einde.
6. Hij kan *ergens* (somewhere) rusten.
7. Ze wil *nergens* (nowhere) heen.
8. Breng me *iets* (something) te eten, alsjeblieft.
9. *Niemand* (nobody) belde me vandaag.
10. Er is *ergens* (somewhere) een fout gemaakt.
11. We kunnen *nergens* (nowhere) parkeren.
12. Ben je *ergens* (somewhere) bang voor?
13. *Iemand* (someone) moet dat gedaan hebben.
14. Je kunt *alles* (everything) doen als je maar hard genoeg probeert.
15. Ze wil *niets* (nothing) met hem te maken hebben.
2. Heb je *niets* (nothing) te doen vandaag?
3. *Iemand* (someone) moet hier verantwoordelijk voor zijn.
4. *Niemand* (nobody) weet waar hij is.
5. *Elk* (every) boek heeft een einde.
6. Hij kan *ergens* (somewhere) rusten.
7. Ze wil *nergens* (nowhere) heen.
8. Breng me *iets* (something) te eten, alsjeblieft.
9. *Niemand* (nobody) belde me vandaag.
10. Er is *ergens* (somewhere) een fout gemaakt.
11. We kunnen *nergens* (nowhere) parkeren.
12. Ben je *ergens* (somewhere) bang voor?
13. *Iemand* (someone) moet dat gedaan hebben.
14. Je kunt *alles* (everything) doen als je maar hard genoeg probeert.
15. Ze wil *niets* (nothing) met hem te maken hebben.
Exercise 2: Fill in the blanks with the correct indefinite pronoun
1. Ik ben op zoek naar *iets* (something) interessants om te lezen.
2. Er is *niets* (nothing) beter dan een warme kop koffie in de ochtend.
3. *Iemand* (someone) heeft mijn pen gestolen.
4. *Niemand* (no one) kan haar beter helpen dan jij.
5. *Elke* (every) dag is een nieuwe kans om te groeien.
6. Het feest kan *ergens* (somewhere) anders gehouden worden.
7. Ze heeft *nergens* (nowhere) zin in.
8. Zou je me *iets* (something) anders kunnen aanbevelen?
9. *Niemand* (nobody) hier spreekt Engels.
10. Hij heeft *ergens* (somewhere) in Amsterdam gewoond.
11. Je kunt *nergens* (nowhere) anders parkeren.
12. Ze is *nergens* (nowhere) beter in dan jij.
13. *Iemand* (someone) hier moet weten hoe dit te repareren.
14. Hij heeft *alles* (everything) opgegeven voor haar.
15. Zij heeft *niets* (nothing) voor haar verjaardag gevraagd.
2. Er is *niets* (nothing) beter dan een warme kop koffie in de ochtend.
3. *Iemand* (someone) heeft mijn pen gestolen.
4. *Niemand* (no one) kan haar beter helpen dan jij.
5. *Elke* (every) dag is een nieuwe kans om te groeien.
6. Het feest kan *ergens* (somewhere) anders gehouden worden.
7. Ze heeft *nergens* (nowhere) zin in.
8. Zou je me *iets* (something) anders kunnen aanbevelen?
9. *Niemand* (nobody) hier spreekt Engels.
10. Hij heeft *ergens* (somewhere) in Amsterdam gewoond.
11. Je kunt *nergens* (nowhere) anders parkeren.
12. Ze is *nergens* (nowhere) beter in dan jij.
13. *Iemand* (someone) hier moet weten hoe dit te repareren.
14. Hij heeft *alles* (everything) opgegeven voor haar.
15. Zij heeft *niets* (nothing) voor haar verjaardag gevraagd.