Exercise 1: Fill in the blanks with the correct form of the Past Perfect Subjunctive
1. Als ik meer tijd *had gehad* (have) zou ik een beter resultaat bereikt hebben.
2. Hij *zou geweest* (be) in de opera als hij kaartjes gekocht had.
3. Zou ze *had gegeten* (eat) als ze honger had?
4. Als we eerder vertrokken waren, *hadden we de* (catch) trein.
5. Mijn vriend *had gefaald* (fail) als hij niet voor het examen gestudeerd had.
Exercise 2: Complete the sentences using the Past Perfect Subjunctive
6. De planten *hadden gegroeid* (grow) als ze meer water hadden gekregen.
7. Ik *had gebeld* (call) als ik je nummer had gehad.
8. Als zij het nieuws had geweten, *had verteld* (tell) ze het aan iedereen.
9. Wij *hadden geslaagd* (pass) als we harder hadden gestudeerd.
10. Zij *zou gelopen* (walk) naar huis als ze geen geld voor de bus had gehad.