Exercise 1: Gerund in Dutch Grammar
Exercise 2: Gerund in Dutch Grammar
1. *Het drinken* (drinking) van koffie in de ochtend helpt me wakker te worden.
2. *Het wandelen* (walking) in de natuur is ontspannend.
3. *Het studeren* (studying) voor een examen kan stressvol zijn.
4. *Het zingen* (singing) in een koor is leuk en uitdagend.
5. *Het leggen* (laying) van een puzzel kost geduld en concentratie.
6. *Het opruimen* (cleaning) van het huis is een noodzakelijke klus.
7. *Het maken* (making) van sieraden is een creatieve bezigheid.
8. *Het oefenen* (practicing) van een instrument is belangrijk voor muzikale vaardigheden.
9. *Het fotograferen* (photographing) van landschappen is mijn passie.
10. *Het praten* (talking) met vrienden maakt me blij.
11. *Het eten* (eating) van groenten is goed voor je gezondheid.
12. *Het breien* (knitting) van een sjaal kan een ontspannende activiteit zijn.
13. *Het verven* (painting) van een kamer kan het uiterlijk van je huis veranderen.
14. *Het dragen* (wearing) van een jas is nodig wanneer het koud is.
15. *Het bezoeken* (visiting) van een museum is zowel educatief als vermakelijk.