Which language do you want to learn?

Which language do you want to learn?

Conditional Perfect Exercises For Dutch Grammar

Bolster language proficiency with targeted grammar drills 

The Conditional Perfect in Dutch grammar, also known as ‘voltooid voorwaardelijke wijs,’ is used to describe hypothetical situations that would have happened under certain conditions in the past. It is formed by combining the past participle with the auxiliary verbs ‘zouden’ (would) and ‘hebben’ (to have) or ‘zijn’ (to be), depending on the main verb. In this exercise, you will practice using Conditional Perfect in Dutch sentences. Fill in the blanks with the appropriate form of the verb or auxiliary verb, using the provided English cue for guidance. Good luck!

Exercise 1: Conditional Perfect with ‘hebben’

1. Als ik het geweten had , *had*(would have) ik het (you) verteld. [would have]
2. Ze *zouden*(would) het werk gedaan (done) hebben als ze meer tijd hadden gehad. [would]
3. Als hij zijn best *had*(had) gedaan, had hij het examen gehaald. [had]
4. Wij *hadden*(would have) die film gezien als het niet uitverkocht was. [would have]
5. Als jullie ons eerder *hadden*(had) gebeld, hadden wij je kunnen helpen. [had]

Exercise 2: Conditional Perfect with ‘zijn’

1. Als ik eerder was vertrokken, *was*(would be) ik op tijd geweest. [would be]
2. Ze *zouden*(would be) geslaagd zijn voor de test als ze harder hadden gestudeerd. [would be]
3. Als hij zijn been niet *had*(had) gebroken, was hij bij de wedstrijd geweest. [had]
4. Wij *zouden*(would be) op vakantie gegaan zijn als het niet zo duur was. [would be]
5. Als jullie eerder *waren*(were) aangekomen, waren jullie niet verdwaald. [were]

Talkpal is AI-powered language tutor. Learn 57+ languages 5x faster with revolutionary technology.

LEARN LANGUAGES FASTER
WITH AI

Learn 5x Faster