Voetbal (Football/Soccer)
This is the Dutch word for what is known universally as football, and in the United States as soccer.
De kinderen spelen graag voetbal in het park.

Sport (Sport)
A general term for any sporting activity in Dutch.
Hij doet aan drie sporten om fit te blijven.

Wedstrijd (Game/Match)
This term is used to describe a competitive sporting event.
Ik ga vanavond naar de voetbalwedstrijd kijken.

Speler (Player)
The individual who participates in any sport.
Elke speler op het veld deed zijn best.

Team (Team)
A group or squad of players playing together in sports.
Het Nederlandse voetbalteam heeft veel talentvolle spelers.

Scheidsrechter (Referee/Umpire)
The official who ensures that the rules of the game are followed.
De scheidsrechter floot voor een penalty.

Fitness (Fitness)
Physical condition or form being suitable for sports or exercises.
Hij gaat elke dag naar de sportschool om aan zijn fitness te werken.

Trainen (To train)
To practice and prepare physically for a sport.
Ze trainen drie keer per week om in vorm te blijven.

Coach (Coach)
The person responsible for training and guiding athletes or teams.
De coach was erg tevreden met de prestatie van het team.

Scoren (To score)
To earn points or goals in a game.
Hij scoorde het winnende doelpunt in de laatste minuut.

Competitie (Competition)
An organized event where teams or individuals compete against each other.
Ons team staat bovenaan in de competitie.

Kampioen (Champion)
The title given to a winner of a competition.
Na een lang seizoen werden zij eindelijk kampioen.

Racefiets (Racing bike)
A bicycle designed for speed and racing on paved surfaces.
Hij kocht een nieuwe racefiets om te trainen voor de wedstrijd.

Zwemmen (Swimming)
The act or sport of moving through water by moving the body or parts of the body.
Zij gaat elke ochtend zwemmen om fit te blijven.

Through the language of sports, we can celebrate movement, competition, and community. So the next time you find yourself in a Dutch-speaking region or just enjoying a Dutch sports broadcast, you’ll have the right vocabulary to fully appreciate and engage with the sporting event. Veel sportplezier!