Het weer means “The weather”. This is a general term used to discuss anything related to weather conditions.

Wat is de weersvoorspelling voor morgen?

De voorspelling means “The forecast”. It is used to talk about the prediction of the weather for the coming days.

Volgens de voorspelling gaat het vrijdag sneeuwen.

Zonnig refers to “Sunny.” You’d use this term to describe a day filled with sunshine.

Het wordt morgen een zonnige dag.

Bewolkt means “Cloudy.” Use this when the sky is covered with clouds.

Het is vandaag bewolkt, maar droog.

Regenachtig translates to “Rainy.” This term is for those days when you need an umbrella.

Neem een paraplu mee, het wordt regenachtig in de middag.

Mistig means “Foggy.” For those mornings when the fog hangs low and thick.

Wees voorzichtig op de weg, het is erg mistig buiten.

Winderig translates to “Windy.” For days when the wind is strong and persistent.

Het is winderig, pas op dat je hoed niet wegwaait!

Het onweer means “The thunderstorm.” When you hear the rumbles in the distance.

Ik denk dat het onweer eraan komt.

De bliksem refers to “The lightning.” A striking natural phenomenon associated with storms.

Heb je die bliksem gezien?

De donder means “The thunder.” The sound that accompanies lightning during a storm.

De donder was zo luid dat het huis trilde.

De seizoenen are “The seasons.” Discussing the time of the year and associated weather patterns.

Welk van de seizoenen vind je het prettigst?

De lente refers to “Spring.” The season of renewal and blooming flowers.

In de lente zie je overal bloeiende tulpenvelden in Nederland.

De zomer translates to “Summer.” The warmest season, perfect for a day at the beach.

In de zomer is het strand altijd druk.

De herfst or autumn. Known for its falling leaves and cooler temperatures.

De herfstkleuren zijn echt prachtig dit jaar.

De winter is for “Winter,” the coldest season, often associated with snow in the Netherlands.

Gaan we schaatsen als het deze winter genoeg vriest?

De temperatuur refers to “The temperature.” An essential part of any weather-related conversation.

Wat is de temperatuur buiten?

Graden means “Degrees.” It indicates the measurement of temperature.

Het is vandaag dertig graden.

Warm refers to “Warm.” When the temperature is pleasantly high.

Het is warm vandaag, ideaal voor een picknick in het park.

Koud means “Cold.” Used when the temperatures drop.

Trek een extra trui aan, het is koud buiten.

Understanding these Dutch phrases for weather and seasons will not only expand your vocabulary but also help you connect with Dutch speakers on a topic that affects everyone. Whether it is to plan your day or to start a conversation, knowing these weather terms in Dutch will certainly be beneficial. Happy learning and don’t forget to pack your umbrella or sunglasses as needed!