1. Ik *бях четял* een boek toen jij belde. (Gebruik de verleden progressieve vorm van “lezen”)
2. Zij *гледа* телевизия op dit moment. (Gebruik de tegenwoordige progressieve vorm van “kijken”)
3. Wij *пишехме* een brief toen het begon te regenen. (Gebruik de verleden progressieve vorm van “schrijven”)
4. Jij *говориш* met de leraar nu. (Gebruik de tegenwoordige progressieve vorm van “spreken”)
5. De kinderen *играеха* buiten toen het donker werd. (Gebruik de verleden progressieve vorm van “spelen”)
6. Hij *работи* aan zijn project op dit moment. (Gebruik de tegenwoordige progressieve vorm van “werken”)
7. Jullie *слушахте* muziek toen ik binnenkwam. (Gebruik de verleden progressieve vorm van “luisteren”)
8. Ik *готвя* het avondeten nu. (Gebruik de tegenwoordige progressieve vorm van “koken”)
9. Zij *четяха* de krant toen ik haar zag. (Gebruik de verleden progressieve vorm van “lezen”)
10. Wij *чакахме* op de bus toen het begon te sneeuwen. (Gebruik de verleden progressieve vorm van “wachten”)

1. Ik *бях чел* al drie uur toen jij arriveerde. (Gebruik de verleden perfect progressieve vorm van “lezen”, benadruk de duur)
2. Zij *е гледала* телевизия de hele avond. (Gebruik de voltooide tegenwoordige perfect progressieve vorm van “kijken”)
3. Wij *бяхме писали* brieven voor twee uur voordat we stopten. (Gebruik de verleden perfect progressieve vorm van “schrijven”)
4. Jij *си говорил* met hem al lang toen ik binnenkwam. (Gebruik de voltooide tegenwoordige perfect progressieve vorm van “spreken”)
5. De kinderen *бяха играли* buiten sinds de ochtend. (Gebruik de verleden perfect progressieve vorm van “spelen”)
6. Hij *е работил* aan zijn project de hele week. (Gebruik de voltooide tegenwoordige perfect progressieve vorm van “werken”)
7. Jullie *бяхте слушали* muziek voordat het stil werd. (Gebruik de verleden perfect progressieve vorm van “luisteren”)
8. Ik *съм готвил* het avondeten al een uur toen jij thuis kwam. (Gebruik de voltooide tegenwoordige perfect progressieve vorm van “koken”)
9. Zij *са чели* die krant al de hele ochtend. (Gebruik de voltooide tegenwoordige perfect progressieve vorm van “lezen”)
10. Wij *бяхме чакали* op de bus meer dan een uur toen hij eindelijk kwam. (Gebruik de verleden perfect progressieve vorm van “wachten”)