Conditionals worden gebruikt om mogelijke of denkbeeldige situaties en hun gevolgen uit te drukken. Ze bestaan uit twee delen: de “als”-zin, die een voorwaarde stelt, en de hoofdzin, die het resultaat van de voorwaarde aangeeft. In het Engels zijn er vier soorten voorwaarden: nul, eerste, tweede en derde. Nulvoorwaarden beschrijven algemene feiten of gewoonten, eerste voorwaarden beschrijven reële of waarschijnlijke situaties, tweede voorwaarden beschrijven onwerkelijke of hypothetische situaties, en derde voorwaarden beschrijven een situatie uit het verleden die niet heeft plaatsgevonden. Laten we in de volgende oefeningen het gebruik van conditionals oefenen!