1. माझे *घर* खूप मोठे आहे. (Gebruik een bezittelijk bepalend woord voor ‘mijn huis’)
2. तो आपल्या *मित्र* सोबत आहे. (Gebruik een bezittelijk bepalend woord voor ‘zijn vriend’)
3. आम्ही आमच्या *शाळा* मध्ये जातो. (Gebruik een bezittelijk bepalend woord voor ‘onze school’)
4. तिच्या *मुलगा* ने छान काम केले. (Gebruik een bezittelijk bepalend woord voor ‘haar zoon’)
5. तुम्ही तुमच्या *किताब* वाचली का? (Gebruik een bezittelijk bepalend woord voor ‘jouw boek’)
6. माझ्या *आई* ने जेवण तयार केले. (Gebruik een bezittelijk bepalend woord voor ‘mijn moeder’)
7. त्याच्या *काम* मध्ये तो खूप हुशार आहे. (Gebruik een bezittelijk bepalend woord voor ‘zijn werk’)
8. आम्ही आपल्या *शहर* मध्ये राहतो. (Gebruik een bezittelijk bepalend woord voor ‘ons stad’)
9. तिच्या *मित्रांनी* पार्टी आयोजित केली. (Gebruik een bezittelijk bepalend woord voor ‘haar vrienden’)
10. तुमच्या *मुलांना* शाळा आवडते का? (Gebruik een bezittelijk bepalend woord voor ‘jullie kinderen’)

1. *हा* पेन्शिल माझा आहे. (Gebruik een aanwijzend bepalend woord voor ‘deze pen’)
2. *ती* मुलगी खूप हुशार आहे. (Gebruik een aanwijzend bepalend woord voor ‘die meisje’)
3. *हे* फळ खाण्यासाठी चांगले आहे. (Gebruik een aanwijzend bepalend woord voor ‘dit fruit’)
4. *तो* मुलगा शाळेत गेला आहे. (Gebruik een aanwijzend bepalend woord voor ‘die jongen’)
5. *त्या* घरात कोणी राहत नाही. (Gebruik een aanwijzend bepalend woord voor ‘dat huis’)
6. *या* पुस्तकात खूप माहिती आहे. (Gebruik een aanwijzend bepalend woord voor ‘dit boek’)
7. *ते* झाड खूप उंच आहे. (Gebruik een aanwijzend bepalend woord voor ‘die boom’)
8. *ही* कार माझ्या वडिलांची आहे. (Gebruik een aanwijzend bepalend woord voor ‘deze auto’)
9. *तो* रस्ता खूप धोकादायक आहे. (Gebruik een aanwijzend bepalend woord voor ‘die weg’)
10. *या* बागेत फुले खूप आहेत. (Gebruik een aanwijzend bepalend woord voor ‘deze tuin’)