Oefeningen in de tegenwoordige tijd voor Maori-grammatica

In deze oefeningen oefenen we de tegenwoordige tijd in het Maori. Je leert hoe je werkwoorden in de tegenwoordige tijd gebruikt om aan te geven wat er nu gebeurt. Let goed op de aanwijzingen in het Nederlands bij elke zin om het juiste werkwoord in de tegenwoordige tijd te kiezen.

Oefening 1: Gebruik van werkwoorden in de tegenwoordige tijd

1. Ik *kai* (eten) nu mijn lunch.
2. Jij *kōrero* (spreken) met je vriend.
3. Zij *mahi* (werken) in de tuin.
4. Wij *haere* (gaan) naar de markt.
5. De kinderen *purei* (spelen) buiten.
6. Hij *pānui* (lezen) een boek.
7. Jullie *waiata* (zingen) samen.
8. De docent *ako* (leren) de leerlingen.
9. Ik *tū* (staan) bij de deur.
10. Zij *hīkoi* (wandelen) in het park.

Oefening 2: Zinnen aanvullen met het juiste werkwoord in de tegenwoordige tijd

1. Wij *whakarongo* (luisteren) naar muziek.
2. Jij *mārama* (begrijpen) de les.
3. Hij *tākaro* (spelen) sport.
4. Zij *titiro* (kijken) naar de vogels.
5. Ik *pātai* (vragen) een vraag.
6. Jullie *whakaari* (tonen) jullie werk.
7. De leraar *ako* (onderwijzen) de klas.
8. Wij *whakaora* (helpen) elkaar.
9. Zij *haere* (lopen) naar school.
10. Jij *kōrero* (vertellen) een verhaal.

Download talkpal app

Learn anywhere anytime

Talkpal is an AI-powered language tutor. It’s the most efficient way to learn a language. Chat about an unlimited amount of interesting topics either by writing or speaking while receiving messages with realistic voice.