In de Duitse grammatica worden aanwijzende voornaamwoorden gebruikt om te verwijzen naar specifieke dingen of personen in een zin. Ze helpen herhaling te voorkomen en vervangen vaak een zelfstandig naamwoord dat eerder in het gesprek werd genoemd. Aanwijzende voornaamwoorden in het Duits zijn het in geslacht, getal en naamval eens met het zelfstandig naamwoord dat ze vervangen. De vier belangrijkste aanwijzende voornaamwoorden in het Duits zijn “dieser” (dit), “jener” (dat), “derjenige” (die) en “welcher” (die). In deze reeks oefeningen oefen je het gebruik van deze aanwijzende voornaamwoorden in verschillende contexten. Als taalspecialist en docent heb ik deze oefeningen gemaakt om u te helpen uw begrip en gebruik van aanwijzende voornaamwoorden in de Duitse taal te versterken. Laten we beginnen!