Oefening 1: Voltooid verleden tijd (Pluskvamperfectum) herkennen
1. Han *had spist* før hun kom hjem. (Gebruik de voltooid verleden tijd om aan te geven dat iets al gebeurd was vóór een ander moment in het verleden.)
2. Vi *hadde sett* filmen før den ble tatt av kino. (Let op dat de handeling al voltooid was in het verleden.)
3. De *had skrevet* brevet før posten kom. (Gebruik de juiste vorm van het hulpwerkwoord “hadde” + voltooid deelwoord.)
4. Hun *had gjort* leksene sine før middagen startet. (Verwijs naar een actie die al klaar was in het verleden.)
5. Jeg *hadde bodd* i Oslo før jeg flyttet til Bergen. (Tijdsbepaling in het verleden, gebruik pluskvamperfectum.)
6. Dere *hadde reist* til Italia før pandemien startet. (De actie was afgerond vóór een ander verleden moment.)
7. Han *hadte forstått* problemet da læreren forklarte det igjen. (Geef aan dat het begrip al bestond vóór een ander moment.)
8. Vi *hadde allerede drukket* kaffe da gjestene kom. (Voltooidheid vóór het binnenkomen van gasten.)
9. Hun *had sett* boken før hun kjøpte den. (Gebruik pluskvamperfectum om volgorde van gebeurtenissen aan te geven.)
10. Jeg *hadde glemt* nøklene mine da jeg dro hjemmefra. (Handeling was afgerond voordat iets anders gebeurde.)
2. Vi *hadde sett* filmen før den ble tatt av kino. (Let op dat de handeling al voltooid was in het verleden.)
3. De *had skrevet* brevet før posten kom. (Gebruik de juiste vorm van het hulpwerkwoord “hadde” + voltooid deelwoord.)
4. Hun *had gjort* leksene sine før middagen startet. (Verwijs naar een actie die al klaar was in het verleden.)
5. Jeg *hadde bodd* i Oslo før jeg flyttet til Bergen. (Tijdsbepaling in het verleden, gebruik pluskvamperfectum.)
6. Dere *hadde reist* til Italia før pandemien startet. (De actie was afgerond vóór een ander verleden moment.)
7. Han *hadte forstått* problemet da læreren forklarte det igjen. (Geef aan dat het begrip al bestond vóór een ander moment.)
8. Vi *hadde allerede drukket* kaffe da gjestene kom. (Voltooidheid vóór het binnenkomen van gasten.)
9. Hun *had sett* boken før hun kjøpte den. (Gebruik pluskvamperfectum om volgorde van gebeurtenissen aan te geven.)
10. Jeg *hadde glemt* nøklene mine da jeg dro hjemmefra. (Handeling was afgerond voordat iets anders gebeurde.)
Oefening 2: Voltooid toekomende tijd (Futurum exactum) gebruiken
1. Han *vil ha spist* før du kommer. (Gebruik de voltooid toekomende tijd om aan te geven dat iets voltooid zal zijn vóór een toekomstig moment.)
2. Vi *kommer til å ha sett* filmen før festen starter. (Let op de combinatie van “kommer til å” + voltooid deelwoord.)
3. De *vil ha skrevet* rapporten innen fredag. (Handeling die voltooid zal zijn vóór een deadline in de toekomst.)
4. Hun *kommer til å ha gjort* leksene sine før skolen begynner. (Gebruik de futurum exactum om toekomstige voltooiing aan te geven.)
5. Jeg *vil ha bodd* i Norge i fem år innen neste sommer. (Tijdsaanduiding in de toekomst met voltooiing.)
6. Dere *kommer til å ha reist* til mange land før dere blir pensjonister. (Geef aan dat reizen voltooid zal zijn vóór een toekomstig moment.)
7. Han *vil ha forstått* alt før eksamen starter. (Voltooiing van begrip vóór toekomstig moment.)
8. Vi *kommer til å ha drukket* all kaffen før butikken stenger. (Toekomstige voltooiing van een actie.)
9. Hun *vil ha sett* ferdig serien innen helgen. (Gebruik futurum exactum om een toekomstige voltooiing te beschrijven.)
10. Jeg *kommer til å ha glemt* avtalen hvis jeg ikke skriver det ned. (Toekomstige voltooiing van het vergeten.)
2. Vi *kommer til å ha sett* filmen før festen starter. (Let op de combinatie van “kommer til å” + voltooid deelwoord.)
3. De *vil ha skrevet* rapporten innen fredag. (Handeling die voltooid zal zijn vóór een deadline in de toekomst.)
4. Hun *kommer til å ha gjort* leksene sine før skolen begynner. (Gebruik de futurum exactum om toekomstige voltooiing aan te geven.)
5. Jeg *vil ha bodd* i Norge i fem år innen neste sommer. (Tijdsaanduiding in de toekomst met voltooiing.)
6. Dere *kommer til å ha reist* til mange land før dere blir pensjonister. (Geef aan dat reizen voltooid zal zijn vóór een toekomstig moment.)
7. Han *vil ha forstått* alt før eksamen starter. (Voltooiing van begrip vóór toekomstig moment.)
8. Vi *kommer til å ha drukket* all kaffen før butikken stenger. (Toekomstige voltooiing van een actie.)
9. Hun *vil ha sett* ferdig serien innen helgen. (Gebruik futurum exactum om een toekomstige voltooiing te beschrijven.)
10. Jeg *kommer til å ha glemt* avtalen hvis jeg ikke skriver det ned. (Toekomstige voltooiing van het vergeten.)
Download talkpal app 
_icon.svg){kind=icon}
