Oefening 1: Nul-artikel bij talen en steden
2. Zij woont in *Երևան*. (stad, geen lidwoord)
3. Wij leren *ռուսերեն* op school. (taal, geen lidwoord)
4. Hij reist naar *Փարիզ* dit weekend. (stad, geen lidwoord)
5. Jullie begrijpen *անգլերեն* goed. (taal, geen lidwoord)
6. De studenten komen uit *Լոս Անջելես*. (stad, geen lidwoord)
7. Zij leest een boek in *ֆրանսերեն*. (taal, geen lidwoord)
8. Mijn zus woont in *Տել Ավիվ*. (stad, geen lidwoord)
9. Wij luisteren naar muziek in *իսպաներեն*. (taal, geen lidwoord)
10. Hij werkt in *Մոսկվա* deze maand. (stad, geen lidwoord)
Oefening 2: Nul-artikel bij materialen en abstracte begrippen
2. Zij houdt van *երգ*. (abstract begrip, geen lidwoord)
3. Dit glas is gevuld met *ջուր*. (materiaal, geen lidwoord)
4. Wij praten over *սեր*. (abstract begrip, geen lidwoord)
5. De muur is van *քար*. (materiaal, geen lidwoord)
6. Hij denkt vaak aan *խաղ*. (abstract begrip, geen lidwoord)
7. De stoel is van *մետաղ*. (materiaal, geen lidwoord)
8. Zij voelt veel *որախ*. (abstract begrip, geen lidwoord)
9. Het boek is gedrukt op *քարտոն*. (materiaal, geen lidwoord)
10. Wij geloven in *ազատություն*. (abstract begrip, geen lidwoord)