Nepalese woorden die u moet kennen voor B1-niveau

Bij het leren van een nieuwe taal, zoals Nepalees, is het essentieel om een solide basis te hebben van woorden en uitdrukkingen die vaak worden gebruikt. Voor taalstudenten die streven naar het B1-niveau, is het begrijpen en gebruiken van een breed scala aan woorden en zinnen cruciaal. In dit artikel bespreken we enkele belangrijke Nepalese woorden en uitdrukkingen die je moet kennen om je taalvaardigheid naar een hoger niveau te tillen.

Dagelijkse Uitdrukkingen

Een van de eerste dingen die je moet leren in elke taal zijn de dagelijkse uitdrukkingen. Deze zinnen helpen je om basisgesprekken te voeren en je in alledaagse situaties te redden.

Namaste (नमस्ते) – Hallo / Tot ziens
Namaste is een veelzijdige groet die zowel gebruikt kan worden om hallo te zeggen als om afscheid te nemen. Het is een van de meest voorkomende en beleefde manieren om iemand te begroeten in Nepal.

Dhanyabad (धन्यवाद) – Dank u
Het tonen van dankbaarheid is universeel, en in het Nepalees zeg je “dhanyabad” om iemand te bedanken.

Kripaya (कृपया) – Alstublieft
Wanneer je iets beleefd wilt vragen, gebruik je “kripaya”. Het is vergelijkbaar met het Engelse “please”.

Ho (हो) – Ja
Een simpel maar belangrijk woord. “Ho” betekent “ja” en wordt vaak gebruikt in gesprekken.

Chhaina (छैन) – Nee
Het tegenovergestelde van “ho”. “Chhaina” betekent “nee” en is net zo belangrijk voor basisgesprekken.

Familie en Relaties

Het kennen van woorden die betrekking hebben op familie en relaties is essentieel, vooral in een cultuur waar familie een centrale rol speelt.

Aama (आमा) – Moeder
Het woord voor moeder in het Nepalees is “aama”.

Baa (बा) – Vader
Het woord voor vader is “baa”.

Dai (दाइ) – Oudere broer
Wanneer je naar je oudere broer verwijst, gebruik je “dai”.

Baini (बहिनी) – Jongere zus
Voor je jongere zus gebruik je het woord “baini”.

Sathi (साथी) – Vriend
Een vriend of vriendin wordt aangeduid met het woord “sathi”.

Getallen en Tellen

Het kennen van getallen is fundamenteel in elke taal. Hier zijn enkele basisgetallen in het Nepalees.

Ek (एक) – Eén
Dui (दुई) – Twee
Tin (तीन) – Drie
Char (चार) – Vier
Panch (पाँच) – Vijf
Chha (छ) – Zes
Saat (सात) – Zeven
Aath (आठ) – Acht
Nau (नौ) – Negen
Das (दस) – Tien

Tijd en Datum

Het kunnen praten over tijd en datum is cruciaal in het dagelijks leven.

Bihan (बिहान) – Ochtend
Dinu (दिन) – Dag
Beluka (बेलुका) – Avond
Raat (रात) – Nacht

Aaj (आज) – Vandaag
Hijo (हिजो) – Gisteren
Bholi (भोलि) – Morgen

Voedsel en Drank

Eten en drinken zijn belangrijke onderdelen van elke cultuur. Hier zijn enkele woorden die je moet kennen.

Khaja (खाजा) – Snack
Bhat (भात) – Rijst
Daal (दाल) – Linzensoep
Sabji (सब्जी) – Groenten
Machha (माछा) – Vis
Pani (पानी) – Water
Dudh (दूध) – Melk
Chiya (चिया) – Thee

Gezondheid en Ziekte

Het is belangrijk om basiswoorden en -zinnen te kennen die verband houden met gezondheid en ziekte, vooral in noodgevallen.

Birami (बिरामी) – Ziek
Aushadhi (औषधि) – Medicijn
Dokter (डाक्टर) – Dokter
Rok (रोग) – Ziekte
Pet dukhyo (पेट दुख्यो) – Buikpijn
Tauko dukhyo (टाउको दुख्यो) – Hoofdpijn

Reizen en Vervoer

Of je nu door de stad reist of een reis plant, deze woorden zullen van pas komen.

Yatra (यात्रा) – Reis
Bus (बस) – Bus
Gadi (गाडी) – Auto
Rail (रेल) – Trein
Jahaj (जहाज) – Vliegtuig
Ticket (टिकट) – Ticket
Batoh (बाटो) – Weg

Natuur en Weer

Het kunnen beschrijven van de natuur en het weer is een nuttige vaardigheid.

Himal (हिमाल) – Bergen
Bagar (बगर) – Rivier
Ban (वन) – Bos
Hawa (हावा) – Wind
Pani (पानी) – Regen
Garmi (गर्मी) – Warmte
Jado (जाडो) – Koud

Emoties en Gevoelens

Het kunnen uitdrukken van je emoties en gevoelens is cruciaal voor effectieve communicatie.

Khusi (खुसी) – Blij
Dukhi (दुखी) – Verdrietig
Ris (रिस) – Boos
Dar (डर) – Bang
Prem (प्रेम) – Liefde

Werk en Beroep

In een professionele context is het belangrijk om de juiste terminologie te gebruiken.

Kaam (काम) – Werk
Adhyapak (अध्यापक) – Leraar
Dokter (डाक्टर) – Dokter
Injiniyar (इञ्जिनियर) – Ingenieur
Byapari (व्यापारी) – Zakenman

Onderwijs en Studie

Voor studenten en academici zijn deze woorden essentieel.

Vidhyalaya (विद्यालय) – School
Viswavidyalaya (विश्वविद्यालय) – Universiteit
Path (पाठ) – Les
Kitab (किताब) – Boek
Abhyas (अभ्यास) – Oefening
Pariksha (परीक्षा) – Examen

Technologie en Media

Met de opkomst van technologie is het belangrijk om relevante termen te kennen.

Computer (कम्प्युटर) – Computer
Internet (इन्टरनेट) – Internet
Mobile (मोबाइल) – Mobiele telefoon
Television (टेलिभिजन) – Televisie
Samachar (समाचार) – Nieuws

Winkelen en Geld

Voor een dagje winkelen of financiële transacties zijn deze woorden nuttig.

Dokan (दोकान) – Winkel
Kinmel (किनमेल) – Winkelen
Mulya (मूल्य) – Prijs
Rupiya (रुपैया) – Rupee (Nepalese valuta)
Saasto (सस्तो) – Goedkoop
Mahal (महँगो) – Duur

Kleding en Accessoires

Wanneer je over kleding en mode praat, zijn deze woorden handig.

Kapada (कपडा) – Kleding
Jutta (जुत्ता) – Schoenen
Topi (टोपी) – Hoed / Pet
Gunyu (गुन्यु) – Traditionele Nepalese jurk
Oralo (ओरालो) – Sjaal

Conclusie

Het bereiken van het B1-niveau in het Nepalees vereist consistentie en toewijding. Door deze veelgebruikte woorden en uitdrukkingen te leren, zet je een belangrijke stap in de richting van vloeiendheid. Oefen regelmatig, gebruik deze woorden in context en vergeet niet om plezier te hebben tijdens het leren. Namaste en veel succes!

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller