Camminata (wandeling)
Een eenvoudige activiteit waarvoor geen speciale apparatuur nodig is.
Facciamo una camminata nelle colline questo weekend?
Escursionismo (hiking)
Dit is een vorm van langeafstandswandelen over paden of door de natuur.
L’escursionismo in montagna richiede buone scarpe e un’attrezzatura adeguata.
Alpinismo (bergbeklimmen)
De technische klimsport waarbij je de hoogste toppen van de bergen verkent.
L’alpinismo richiede esperienza e coraggio.
Sci (skiën)
Het glijden over sneeuw op ski’s, een populaire wintersport in de Italiaanse Alpen.
Lo sci è un’attività invernale molto amata in Italia.
Arrampicata (rotsklimmen)
Het beklimmen van rotsformaties als sportieve uitdaging.
Arrampicata su roccia richiede forza e agilità.
Navigazione (zeilen)
Het besturen van een boot of zeilschip.
Amo la navigazione sul lago di Garda durante l’estate.
Canoa (kanoën)
Het varen in een lichte, smalle boot met behulp van een peddel.
Fare canoa nei fiumi tranquilli è molto rilassante.
Ciclismo (fietsen)
Een sport of activiteit waarbij je je verplaatst op een tweewieler.
Il ciclismo in campagna è il mio passatempo preferito.
Parapendio (paragliden)
Het zweven door de lucht met een parachute-achtige vleugel.
Il parapendio offre una vista mozzafiato sui paesaggi sottostanti.
Equitazione (paardrijden)
De kunst van het rijden en omgaan met paarden.
L’equitazione è una delle attività più popolari in Toscana.
Bosco (bos)
Een groot, dicht bebost gebied.
Amo passeggiare nel bosco per raccogliere funghi.
Montagna (berg)
Een geografische formatie die zich aanzienlijk boven het omringende terrein verheft.
La vista dalla cima della montagna è incredibile.
Fiume (rivier)
Een natuurlijke waterstroom die naar een meer, zee, oceaan of een andere rivier stroomt.
Il fiume scorre tranquillo attraverso la valle.
Lago (meer)
Een uitgestrekt wateroppervlak omgeven door land.
In estate facciamo spesso picnic vicino al lago.
Mare (zee)
Een groot lichaam van zout water dat is verbonden met een oceaan of geheel door land ingesloten is en groter is dan een meer.
Il suono delle onde del mare mi calma.
Panorama (uitzicht)
Het visuele bereik of een landschap dat vanaf een bepaald punt wordt bekeken.
Il panorama dalla vetta è spettacolare.
Fauna (dierenwereld)
De dieren die in een bepaald geografisch gebied of omgeving leven.
La fauna delle Alpi è molto varia e include numerose specie protette.
Flora (plantenwereld)
De planten die in een bepaald geografisch gebied of omgeving groeien.
La flora mediterranea è famosa per la sua biodiversità.
Tramonto (zonsondergang)
Het moment waarop de zon onder de horizon verdwijnt.
Il tramonto sul mare è uno spettacolo da non perdere.
Alba (zonsopgang)
Het moment waarop de zon opkomt en de nacht verandert in dag.
L’alba in montagna è un’esperienza magica.
Leren van deze woorden zal niet alleen je vocabulaire vergroten, maar je ook helpen om je ervaringen in de Italiaanse natuur nog meer te waarderen. Of je nu de zonsondergang bewondert tijdens een relaxte avond aan de zee of een uitdagende beklimming van een berg aan het maken bent, met deze Italiaanse woorden zul je in staat zijn je ervaringen beter te delen met anderen. En onthoud dat taal een sleutel is die de deur naar een diepere connectie met de cultuur en de mensen opent. Veel plezier met het verkennen van de Italiaanse woorden voor buitenactiviteiten en natuur!