Дрэва (dreva) – Boom
Een boom is een grote, houtachtige plant. Bomen zijn essentieel voor het ecosysteem omdat ze zuurstof produceren en habitats bieden voor vele dieren.
У лесе расце вялікае дрэва.
Кветка (kvetka) – Bloem
Een bloem is het kleurrijke deel van een plant dat vaak geur verspreidt en bijen en andere bestuivers aantrekt.
На лузе шмат прыгожых кветак.
Трава (trava) – Gras
Gras is een veelvoorkomende plant die vaak wordt aangetroffen in weiden en gazons. Het is zacht en groen en groeit snel.
Дзеці гуляюць на зялёнай траве.
Ліст (list) – Blad
Een blad is een deel van een plant dat meestal groen is en fotosynthese uitvoert om voedsel voor de plant te maken.
Восенню лісты на дрэвах мяняюць колер.
Куст (kust) – Struik
Een struik is een houtachtige plant die kleiner is dan een boom en vaak meerdere stengels heeft.
Птушкі зрабілі гняздо ў кустах.
Семя (semya) – Zaad
Een zaad is een kleine, harde structuur die een nieuwe plant kan voortbrengen.
Фермер пасеяў семя ў глебу.
Грыб (gryb) – Paddenstoel
Een paddenstoel is een schimmel die vaak in vochtige, schaduwrijke omgevingen groeit.
Мы знайшлі шмат грыбоў у лесе.
Specifieke Planten
Бяроза (byaroza) – Berk
De berk is een boomsoort met een witte, schilferige schors.
Бярозы растуць уздоўж дарогі.
Дуб (dub) – Eik
De eik is een sterke, houtachtige boom die bekend staat om zijn duurzaamheid.
Стары дуб стаіць у цэнтры парку.
Сасна (sasna) – Den
De den is een naaldboom die vaak voorkomt in noordelijke klimaten.
Лес поўны высокіх соснаў.
Fauna
Жывёла (zhyvyola) – Dier
Een dier is een levend wezen dat zich kan bewegen en zintuigen heeft.
На ферме жыве шмат жывёл.
Птушка (ptushka) – Vogel
Een vogel is een dier met veren en vleugels, dat meestal kan vliegen.
Птушкі спяваюць раніцай.
Рыба (ryba) – Vis
Een vis is een waterdier dat kieuwen heeft en meestal schubben.
У рацэ плаваюць шмат рыб.
Змяя (zmyaya) – Slang
Een slang is een lang, glijdend dier zonder poten dat vaak in warme klimaten leeft.
Мы ўбачылі змею ў садзе.
Мядзведзь (myadzvedz) – Beer
Een beer is een groot, sterk dier dat vaak in bossen en bergen leeft.
Мядзведзь шукае ежу ў лесе.
Заяц (zyayats) – Haas
Een haas is een snel rennend dier met lange oren en poten.
Заяц пабег па полі.
Воўк (vouk) – Wolf
Een wolf is een wild dier dat verwant is aan de hond en in roedels leeft.
Воўкі выюць уначы.
Specifieke Dieren
Лось (los’) – Eland
De eland is een groot hertachtig dier met brede hoorns.
Лось пераходзіць дарогу.
Ліса (lisa) – Vos
De vos is een sluw, roodharig dier dat vaak in bossen en velden leeft.
Ліса хітра сочыць за курамі.
Арол (arol) – Adelaar
De adelaar is een grote roofvogel met scherpe klauwen en een krachtige snavel.
Арол лятае высока ў небе.
Бабёр (babor) – Bever
De bever is een knaagdier dat bekend staat om het bouwen van dammen en hutten.
Бабёр будуе плаціну на рацэ.
Вавёрка (vavyorka) – Eekhoorn
De eekhoorn is een klein, behendig dier dat vaak in bomen leeft en noten verzamelt.
Вавёрка збірае арэхі на зіму.
Watervocabulaire
Возера (vozera) – Meer
Een meer is een grote watermassa omgeven door land.
Возера ціхамірнае і прыгожае.
Рака (raka) – Rivier
Een rivier is een natuurlijke waterstroom die naar een zee of meer stroomt.
Рака цячэ праз горад.
Вадаспад (vadaspad) – Waterval
Een waterval is een plaats waar water van een hoogte valt.
Вадаспад гучыць як гром.
Балота (balota) – Moeras
Een moeras is een gebied met natte, drassige grond.
Балота пакрыта зялёным мохам.
Акіян (akiyan) – Oceaan
Een oceaan is een enorme watermassa die de continenten omringt.
Акіян бязмежны і глыбокі.
Ручай (ruchay) – Beek
Een beek is een kleine, ondiepe waterstroom.
Ручай бяжыць праз лес.
Weersomstandigheden
Сонца (sonca) – Zon
De zon is de ster in het midden van ons zonnestelsel die licht en warmte geeft.
Сонца свеціць ярка.
Дождж (dozhdzh) – Regen
Regen is water dat uit de lucht valt in de vorm van druppels.
Дождж ідзе цэлы дзень.
Снег (snyeg) – Sneeuw
Sneeuw is bevroren water dat uit de lucht valt in de vorm van vlokken.
Снег пакрывае зямлю белым коўдрам.
Вецер (vyetsyer) – Wind
Wind is bewegende lucht die we kunnen voelen.
Вецер дзьме з поўначы.
Туман (tuman) – Mist
Mist is een dicht wolkendek dat laag bij de grond hangt en het zicht belemmert.
Туман ахінуў горад раніцай.
Гроза (groza) – Onweer
Onweer is een storm met bliksem en donder.
Гроза набліжаецца з усходу.
Вясёлка (vyasolka) – Regenboog
Een regenboog is een kleurrijke boog in de lucht die verschijnt als de zon schijnt tijdens de regen.
Вясёлка з’явілася пасля дажджу.
Het leren van deze woorden zal je zeker helpen om een beter begrip te krijgen van de natuur in Wit-Rusland. Oefen deze woorden regelmatig en probeer ze in zinnen te gebruiken om je beheersing van de taal te verbeteren. Veel succes met je taalstudie!