In de Welshe grammatica zijn er drie primaire tijden: de verleden tijd, de tegenwoordige tijd en de toekomende tijd. Elke tijd heeft zijn eigen specifieke vervoegingspatronen en gebruiksregels.
De verleden tijd wordt gebruikt om acties of gebeurtenissen uit te drukken die in het verleden hebben plaatsgevonden. Het wordt gevormd door verschillende uitgangen aan de werkwoordstam toe te voegen, afhankelijk van het voornaamwoord van het onderwerp. Het werkwoord “eten” in de verleden tijd zou bijvoorbeeld “bwytodd” zijn voor “hij/zij at” en “bwytiodd” voor “zij aten”.
De tegenwoordige tijd wordt gebruikt om acties of toestanden te beschrijven die in het heden plaatsvinden. Het wordt gevormd door verschillende uitgangen aan de werkwoordstam toe te voegen, opnieuw afhankelijk van het voornaamwoord van het onderwerp. Het werkwoord “spreken” in de tegenwoordige tijd zou bijvoorbeeld “siarad” zijn voor “hij/zij spreekt” en “siaradau” voor “zij spreken”.
De toekomende tijd wordt gebruikt om acties of gebeurtenissen te beschrijven die in de toekomst zullen plaatsvinden. Het wordt gevormd door het woord “fydd” (zullen) toe te voegen voor de werkwoordstam. Het werkwoord “to go” in de toekomende tijd zou bijvoorbeeld “fydd yn mynd” zijn voor “hij/zij zal gaan” en “fydd yn mynd” voor “zij zullen gaan”.
Over het algemeen is het begrijpen van de tijden in de Welshe grammatica essentieel voor effectieve communicatie en vloeiendheid in de taal.
De meest efficiënte manier om een taal te leren
Probeer Talkpal gratisTalkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.
Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US
© 2025 All Rights Reserved.