Zinsstructuuroefening 1: Werkwoordsvormen in tegenwoordige tijd
2. Ти *чете* книга (gebruik de juiste vorm van “чета” – lezen, tweede persoon enkelvoud).
3. Той *пише* писмо (gebruik de derde persoon enkelvoud van “пиша” – schrijven).
4. Ние *учим* граматика (gebruik de eerste persoon meervoud van “уча” – leren).
5. Вие *работите* в офиса (gebruik de tweede persoon meervoud van “работя” – werken).
6. Те *играят* футбол (gebruik de derde persoon meervoud van “играя” – spelen).
7. Аз *слушам* музика (gebruik de tegenwoordige tijd van “слушам” – luisteren).
8. Ти *пиеш* вода (gebruik de juiste vorm van “пия” – drinken).
9. Тя *гледа* телевизия (gebruik de derde persoon enkelvoud van “гледам” – kijken).
10. Ние *отиваме* на училище (gebruik de eerste persoon meervoud van “отивам” – gaan).
Zinsstructuuroefening 2: Woordvolgorde en persoonlijke voornaamwoorden
2. Ти *си* учител (juiste vorm van het werkwoord “съм” – zijn, tweede persoon enkelvoud).
3. Той *има* котка (juiste werkwoordsvorm van “имам” – hebben, derde persoon enkelvoud).
4. Ние *отиваме* в парка (juiste volgorde: onderwerp + werkwoord + plaats).
5. Вие *говорите* бавно (gebruik de juiste werkwoordsvorm voor tweede persoon meervoud).
6. Те *играят* на улицата (correcte woordvolgorde met derde persoon meervoud).
7. *Аз* не разбирам (persoonlijk voornaamwoord aan het begin van de zin).
8. Ти *виждаш* птицата (juiste werkwoordsvorm, tweede persoon enkelvoud).
9. Тя *чете* вестник (correcte woordvolgorde en werkwoordsvorm).
10. Ние *пием* кафе (juiste werkwoordsvorm eerste persoon meervoud).