De Bijna Toekomstige Tijd in de Spaanse grammatica wordt gebruikt om handelingen uit te drukken die in de nabije toekomst zullen plaatsvinden. Deze tijd wordt gevormd door het werkwoord “ir” (gaan) in de tegenwoordige tijd, gevolgd door het voorzetsel “a” en de infinitiefvorm van het werkwoord dat gaat gebeuren. Bijvoorbeeld: “Voy a estudiar” (Ik ga studeren). Deze constructie is vrij eenvoudig en zeer bruikbaar om intenties, plannen of voorspellingen over de nabije toekomst uit te drukken. In de volgende oefeningen oefen je de Bijna Toekomstige Tijden in het Spaans door de lege plekken in te vullen met de juiste werkwoordsvorm. Let op de aanwijzingen.