Simple Present Oefeningen voor Engelse grammatica

Grammar-related activity for fluency improvement

Deze oefeningen zijn bedoeld om de kennis van de Simple Present (tegenwoordige tijd) in het Engels te toetsen en te versterken. De Simple Present wordt gebruikt voor gewoontes, universele feiten, en regelmatige handelingen. Het is een basisgrammaticatijd die essentieel is voor elke Engelse leerling. Door deze oefeningen regelmatig te maken, zal je vaardigheid in het correct vormen en gebruiken van de Simple Present verbeteren.

Het is belangrijk de vorming van de Simple Present goed te begrijpen, omdat het de basis legt voor meer complexe grammaticale structuren. Let goed op het verschil in werkwoordsvorm tussen de derde persoon enkelvoud (he, she, it) en de andere persoonlijke voornaamwoorden. Succes met de oefeningen!

Oefening 1: Simple Present Vervolledigen

She *always* (frequency) goes to the gym after work.

Cats *prefer* (generally) to sleep in sunny spots.

It *doesn’t* (negative) rain much in the desert.

I *drink* (daily) coffee every morning.

He *does* (auxiliary) not like to dance.

The museum *opens* (routine) at nine in the morning.

We *study* (regularly) English on Mondays and Wednesdays.

My brother *has* (possession) a collection of old coins.

The Earth *revolves* (fact) around the Sun.

Birds *migrate* (annually) south every winter.

She *teaches* (profession) mathematics at the university.

They *do* (confirm) have a test next week.

Water *boils* (constant) at 100 degrees Celsius.

Our teacher *gives* (habitual) us homework every Friday.

Jenny and Karen *like* (preference) to shop at vintage stores.

Oefening 2: Simple Present Negatief en Vragen

He *doesn’t* (contraction) eat meat because he’s a vegetarian.

Buses *arrive* (schedule) every fifteen minutes during rush hour.

Do you *speak* (question) Spanish?

I *don’t* (contraction) believe in ghosts.

Does she *like* (question) her new job?

My parents *don’t* (contraction) watch television very often.

*Does* (auxiliary) your dog bark at strangers?

The library *closes* (schedule) at eight p.m. on weekdays.

How often *do* (frequency) you go to the cinema?

Children usually *love* (generalization) playing in the park.

*Does* (auxiliary) he know how to play the piano?

We *don’t* (contraction) need to hurry; there’s plenty of time.

*Do* (auxiliary) they serve breakfast all day at this café?

She *doesn’t* (contraction) understand the homework assignment.

Lions *live* (habit) in groups called prides.

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller