Oefening 1: Tegenwoordige voltooide tijd met regelmatige werkwoorden
2. Jij *գրել ես* (hebt geschreven) een brief.
3. Hij *կարդացել է* (heeft gelezen) het boek.
4. Wij *լսել ենք* (hebben gehoord) de muziek.
5. Jullie *տեսնել եք* (hebben gezien) de film.
6. Zij *աշխատել են* (hebben gewerkt) hard vandaag.
7. Ik *սովորել եմ* (heb geleerd) Armeens.
8. Jij *հասել ես* (bent aangekomen) op tijd.
9. Hij *պատասխանել է* (heeft geantwoord) op de vraag.
10. Wij *գնացել ենք* (zijn gegaan) naar het park.
Oefening 2: Tegenwoordige voltooide tijd met onregelmatige werkwoorden
2. Jij *անել ես* (hebt gedaan) je huiswerk.
3. Hij *եկել է* (is gekomen) naar het feest.
4. Wij *գիտենք* niet, maar wij *իմացել ենք* (hebben geweten) het antwoord.
5. Jullie *խմել եք* (hebben gedronken) water.
6. Zij *տալ են* veranderd in *տված են* (hebben gegeven) een cadeau.
7. Ik *գնացել եմ* (ben gegaan) naar school.
8. Jij *ընկել ես* (bent gevallen) van de fiets.
9. Hij *նստել է* (heeft gezeten) op de stoel.
10. Wij *գրել ենք* (hebben geschreven) een verslag.