Oefening 1: Herkenning van samengestelde zelfstandige naamwoorden
2. Mijn broer heeft een nieuwe *ավտոմեքենա* (auto) gekocht. (Hint: samengesteld woord van ‘ավտո’ (auto) + ‘մեքենա’ (machine))
3. De *հեռախոսգրառումներ* (telefoonnotities) zijn belangrijk. (Hint: samengesteld woord van ‘հեռախոս’ (telefoon) + ‘գրառումներ’ (notities))
4. We gaan naar de *սրճարան* (café) na het werk. (Hint: samengesteld woord van ‘սուրճ’ (koffie) + ‘արան’ (plaats))
5. De *վերելակ* (lift) werkt niet vandaag. (Hint: samengesteld woord van ‘վեր’ (omhoog) + ‘ելակ’ (apparaat))
6. Ik lees graag *գրախոսություն* (boekrecensie). (Hint: samengesteld woord van ‘գիրք’ (boek) + ‘խոսություն’ (spraak))
7. Het *հայրենիք* (vaderland) is belangrijk voor iedereen. (Hint: samengesteld woord van ‘հայր’ (vader) + ‘ենիք’ (land))
8. De *հաշվիչ* (rekenmachine) helpt bij wiskunde. (Hint: samengesteld woord van ‘հաշվել’ (rekenen) + ‘իչ’ (instrument))
9. We bezoeken het *ազատության հրապարակ* (vrijheidsplein) morgen. (Hint: samengesteld woord van ‘ազատություն’ (vrijheid) + ‘հրապարակ’ (plein))
10. Mijn zus maakt mooie *ձեռնագործություն* (handwerk). (Hint: samengesteld woord van ‘ձեռք’ (hand) + ‘գործություն’ (werk))
Oefening 2: Gebruik van samengestelde zelfstandige naamwoorden in zinnen
2. Mijn vader werkt in een *հանքավայր* (mijn). (Hint: samengesteld woord van ‘հանք’ (mijn) + ‘տեղ’ (plaats))
3. Ze draagt een mooie *գանձատուփ* (juwelendoos). (Hint: samengesteld woord van ‘գանձ’ (schat) + ‘տուփ’ (doos))
4. De *գրադարան* (bibliotheek) is open tot 8 uur. (Hint: samengesteld woord van ‘գիրք’ (boek) + ‘դարան’ (kast))
5. We rijden met de *երկաթուղի* (spoorweg) naar de stad. (Hint: samengesteld woord van ‘երկաթ’ (ijzer) + ‘ուղի’ (weg))
6. Het *ջրամբար* (dam) houdt het water tegen. (Hint: samengesteld woord van ‘ջուր’ (water) + ‘ամբար’ (opslagplaats))
7. De *վարպետացուցահանդես* (meesterexpositie) is indrukwekkend. (Hint: samengesteld woord van ‘վարպետ’ (meester) + ‘ցուցահանդես’ (expositie))
8. Ik gebruik een *հաշվիչ* (calculator) bij mijn studie. (Hint: samengesteld woord van ‘հաշվել’ (rekenen) + ‘իչ’ (instrument))
9. Het *կամուրջ* (brug) verbindt twee dorpen. (Hint: samengesteld woord van ‘կամ’ (samen) + ‘ուրջ’ (drager))
10. De *բժշկականքարտ* (medische kaart) moet altijd bij je zijn. (Hint: samengesteld woord van ‘բժշկական’ (medisch) + ‘քարտ’ (kaart))