Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Oefeningen met intransitieve werkwoorden voor de Deense grammatica

In deze oefeningen ga je oefenen met intransitieve werkwoorden in het Deens. Intransitieve werkwoorden zijn werkwoorden die geen lijdend voorwerp nodig hebben. Ze beschrijven vaak een beweging, een toestand of een verandering. Let goed op het juiste werkwoord en de tijd in elke zin.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Oefening 1: Intransitieve werkwoorden in de tegenwoordige tijd

1. Han *løber* hver morgen i parken. (Gebruik het Deense werkwoord voor ‘rennen’ in de tegenwoordige tijd)
2. Vi *sover* normalt otte timer om natten. (Gebruik het Deense werkwoord voor ‘slapen’ in de tegenwoordige tijd)
3. Børnene *leger* udenfor i haven. (Gebruik het Deense werkwoord voor ‘spelen’ in de tegenwoordige tijd)
4. Hun *sidder* på stolen og læser en bog. (Gebruik het Deense werkwoord voor ‘zitten’ in de tegenwoordige tijd)
5. Fuglene *flyver* højt på himlen. (Gebruik het Deense werkwoord voor ‘vliegen’ in de tegenwoordige tijd)
6. Han *står* ved døren og venter. (Gebruik het Deense werkwoord voor ‘staan’ in de tegenwoordige tijd)
7. Vi *går* til stranden om sommeren. (Gebruik het Deense werkwoord voor ‘lopen/gaan’ in de tegenwoordige tijd)
8. Blomsterne *vokser* hurtigt i haven. (Gebruik het Deense werkwoord voor ‘groeien’ in de tegenwoordige tijd)
9. Hun *smiler* når hun ser sin ven. (Gebruik het Deense werkwoord voor ‘glimlachen’ in de tegenwoordige tijd)
10. Børnene *hopper* op og ned af glæde. (Gebruik het Deense werkwoord voor ‘springen’ in de tegenwoordige tijd)

Oefening 2: Intransitieve werkwoorden in de verleden tijd

1. Han *løb* hurtigt til bussen i går. (Gebruik het Deense werkwoord voor ‘rennen’ in de verleden tijd)
2. Vi *sov* længe i weekenden. (Gebruik het Deense werkwoord voor ‘slapen’ in de verleden tijd)
3. Børnene *legede* i sneen sidste vinter. (Gebruik het Deense werkwoord voor ‘spelen’ in de verleden tijd)
4. Hun *sad* stille i klassen. (Gebruik het Deense werkwoord voor ‘zitten’ in de verleden tijd)
5. Fuglene *fløj* over søen i morges. (Gebruik het Deense werkwoord voor ‘vliegen’ in de verleden tijd)
6. Han *stod* udenfor huset hele dagen. (Gebruik het Deense werkwoord voor ‘staan’ in de verleden tijd)
7. Vi *gik* en lang tur i skoven. (Gebruik het Deense werkwoord voor ‘lopen/gaan’ in de verleden tijd)
8. Blomsterne *voksede* hurtigt sidste sommer. (Gebruik het Deense werkwoord voor ‘groeien’ in de verleden tijd)
9. Hun *smilte* da hun hørte nyheden. (Gebruik het Deense werkwoord voor ‘glimlachen’ in de verleden tijd)
10. Børnene *hoppede* af glæde efter festen. (Gebruik het Deense werkwoord voor ‘springen’ in de verleden tijd)
Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot