1. De *ಸೇನೆ* (leger) marcheert door de stad. (Hint: Dit is een groep soldaten die samen optrekken.)
2. Een *ಗುಂಪು* (groep) mensen wacht op de bus. (Hint: Dit woord betekent een verzameling mensen.)
3. De *ಜಾತಿ* (stam) leeft in de bergen. (Hint: Dit woord duidt op een grote familie of gemeenschap.)
4. Een *ಬಂಡಲ* (zwerm) vogels vliegt over het meer. (Hint: Dit is een groep vogels die samen vliegen.)
5. Het *ಪರಿವಾರ* (gezin) eet samen aan tafel. (Hint: Dit woord verwijst naar familieleden die samenwonen.)
6. De *ಸಮೂಹ* (collectief) werkt aan hetzelfde project. (Hint: Dit woord betekent een verzameling mensen die samenwerken.)
7. De *ಕೂಟ* (coalitie) bestaat uit verschillende partijen. (Hint: Dit is een groep die een gemeenschappelijk doel heeft.)
8. Een *ತುಂಬು* (menigte) juicht bij de wedstrijd. (Hint: Dit woord betekent een grote groep mensen op één plek.)
9. De *ತೋಳನೆ* (ploeg) werkt hard op het veld. (Hint: Dit is een groep mensen die samen een taak uitvoeren.)
10. Een *ಹುಳುಮುಂಡು* (zwerm) insecten vliegt rond de lamp. (Hint: Dit woord verwijst naar een groep insecten samen.)

1. De *ಸೇನೆ* verdedigt het land tegen vijanden. (Hint: Gebruik het woord voor een groep soldaten.)
2. Een *ಗುಂಪು* wandelaars beklimt de heuvel. (Hint: Dit woord betekent een verzameling mensen die samen iets doen.)
3. De *ಜಾತಿ* viert elk jaar een traditioneel festival. (Hint: Dit is een grote familie- of stamgroep.)
4. Een *ಬಂಡಲ* vlinders landt op de bloemen. (Hint: Dit woord betekent een groep dieren die samen bewegen.)
5. Het *ಪರಿವಾರ* gaat elke zondag naar de tempel. (Hint: Dit woord verwijst naar de familie.)
6. De *ಸಮೂಹ* studenten bereidt zich voor op het examen. (Hint: Dit is een groep mensen met een gemeenschappelijk doel.)
7. De *ಕೂಟ* heeft een belangrijke vergadering gepland. (Hint: Dit betekent een samenwerkingsverband van groepen of partijen.)
8. Een *ತುಂಬು* verzamelde zich rond de straatartiest. (Hint: Dit woord betekent een grote groep mensen op een plaats.)
9. De *ತೋಳನೆ* won de wedstrijd met veel moeite. (Hint: Dit is een team of ploeg die samen werkt.)
10. Een *ಹುಳುಮುಂಡು* maakte de planten ziek in de tuin. (Hint: Dit verwijst naar een groep insecten samen.)