Oefening 1: Herkennen van collectieve zelfstandige naamwoorden
2. Een *բանակ* (leger) verdedigt het land.
3. De *հավաքույթ* (bijeenkomst) begint om acht uur.
4. Een *տուփ* (doos met appels) ligt op de tafel.
5. De *թիմ* (team) wint de wedstrijd.
6. Het *հավաքածու* (verzameling) boeken staat in de kast.
7. Een *հոգեբանների խումբ* (groep psychologen) helpt de patiënten.
8. De *զորք* (troepen) marcheert door de stad.
9. Een *խումբ* (groep) studenten werkt aan het project.
10. Het *զանգված* (massa) van mensen wacht op het concert.
Oefening 2: Invoegen van het juiste collectieve zelfstandig naamwoord
2. Het *բանակ* beschermt het land tegen vijanden. (Hint: een georganiseerde groep soldaten)
3. Tijdens de vergadering kwam de hele *հավաքույթ* bijeen. (Hint: een formele bijeenkomst van mensen)
4. In de boom zat een *թուփ* vogels. (Hint: een verzameling van dieren)
5. Het voetbal *թիմ* won de finale met 3-1. (Hint: sportteam)
6. Ze hebben een grote *հավաքածու* postzegels verzameld. (Hint: een verzameling van voorwerpen)
7. De *զորք* trok langs de straat tijdens de parade. (Hint: een groep soldaten)
8. Een *խումբ* vrienden ging samen uit eten. (Hint: een kleine groep mensen)
9. De *զանգված* mensen juichte na het concert. (Hint: een grote massa mensen)
10. Het *հոգեբանների խումբ* gaf advies aan de school. (Hint: een groep specialisten)