Oefening 1: Toekomstige voltooide progressieve vorm herkennen
2. Over een week *zal zij al drie maanden in Armenië hebben gewoond* (toekomstige voltooide progressieve vorm van wonen).
3. Volgend jaar om deze tijd *zal hij al vijf uur aan het schilderen zijn geweest* (toekomstige voltooide progressieve vorm van schilderen).
4. Tegen dat je aankomt, *zal ik al vier uur aan het studeren zijn geweest* (toekomstige voltooide progressieve vorm van studeren).
5. Over drie dagen *zal de machine al tien uur hebben gedraaid* (toekomstige voltooide progressieve vorm van draaien).
6. Tegen de avond *zal zij al zes uur aan het koken zijn geweest* (toekomstige voltooide progressieve vorm van koken).
7. Over een uur *zal hij al twee uur hebben gelopen* (toekomstige voltooide progressieve vorm van lopen).
8. Tegen de volgende week *zal ik al een maand aan dit project gewerkt hebben* (toekomstige voltooide progressieve vorm van werken).
9. Over zes uur *zal zij al acht uur achter elkaar hebben gezongen* (toekomstige voltooide progressieve vorm van zingen).
10. Tegen het weekend *zal hij al drie dagen aan het reizen zijn geweest* (toekomstige voltooide progressieve vorm van reizen).
Oefening 2: Toekomstige voltooide progressieve vorm invullen
2. Over een maand *zal zij al vier weken in het buitenland hebben gewoond* (vul in: wonen, toekomstige voltooide progressieve vorm).
3. Volgend jaar *zal hij al tien uur aan het oefenen zijn geweest* (vul in: oefenen, toekomstige voltooide progressieve vorm).
4. Tegen de tijd dat je belt, *zal ik al drie uur aan het schrijven zijn geweest* (vul in: schrijven, toekomstige voltooide progressieve vorm).
5. Over twee dagen *zal het team al zes uur aan het bouwen zijn geweest* (vul in: bouwen, toekomstige voltooide progressieve vorm).
6. Tegen de middag *zal zij al zeven uur aan het dansen zijn geweest* (vul in: dansen, toekomstige voltooide progressieve vorm).
7. Over een uur *zal hij al drie uur hebben gezwommen* (vul in: zwemmen, toekomstige voltooide progressieve vorm).
8. Tegen het einde van de dag *zal ik al negen uur aan het tekenen zijn geweest* (vul in: tekenen, toekomstige voltooide progressieve vorm).
9. Over drie weken *zal zij al een maand aan het studeren zijn geweest* (vul in: studeren, toekomstige voltooide progressieve vorm).
10. Tegen het weekend *zal hij al vijf dagen aan het werken zijn geweest* (vul in: werken, toekomstige voltooide progressieve vorm).