Kwantitatieve bijvoeglijke naamwoorden Oefening 1
2. Hij heeft *մի քիչ* melk gedronken. (Gebruik het Armeense woord voor ‘weinig’)
3. Zij heeft *ամեն* dag haar huiswerk gemaakt. (Gebruik het Armeense woord voor ‘elk’)
4. Wij hebben *ոչ մի* probleem gevonden. (Gebruik het Armeense woord voor ‘geen’)
5. Er waren *երկու* katten in de tuin. (Gebruik het Armeense woord voor ’twee’)
6. Ik heb *բոլոր* boeken gelezen. (Gebruik het Armeense woord voor ‘alle’)
7. Jij hebt *մեկ* vriend in die stad. (Gebruik het Armeense woord voor ‘één’)
8. Er zijn *երկու-երեք* appels op tafel. (Gebruik het Armeense voor ’twee-drie’)
9. Zij heeft *աղքատ* geld bij zich. (Gebruik het Armeense woord voor ‘weinig/arm’)
10. Wij eten *բազմաթիվ* groenten elke dag. (Gebruik het Armeense woord voor ’talrijke’)
Kwantitatieve bijvoeglijke naamwoorden Oefening 2
2. Hij kreeg *մի քանի* cadeaus voor zijn verjaardag. (Gebruik het Armeense woord voor ‘enkele’)
3. Zij nam *բոլոր* documenten mee. (Gebruik het Armeense woord voor ‘alle’)
4. We hebben *ավելի շատ* tijd nodig. (Gebruik het Armeense woord voor ‘meer’)
5. Er is *ոչ մի* water meer in de fles. (Gebruik het Armeense woord voor ‘geen’)
6. Jij hebt *երկու* broers. (Gebruik het Armeense woord voor ’twee’)
7. Ik zag *շատ* vogels in het park. (Gebruik het Armeense woord voor ‘veel’)
8. Zij heeft *մի փոքր* pijn aan haar arm. (Gebruik het Armeense woord voor ‘een beetje’)
9. Wij hebben *քիչ թե շատ* geluk gehad. (Gebruik het Armeense uitdrukking voor ‘meer of minder’)
10. Er zijn *բոլոր* kleuren in de regenboog. (Gebruik het Armeense woord voor ‘alle’)