Oefening 1: Basisgetallen en telwoorden
2. Er zijn *пет* stoelen in de kamer. (Hint: Het getal 5 in het Bulgaars)
3. Mijn broer is *дванадесет* jaar oud. (Hint: Het getal 12 in het Bulgaars)
4. Zij hebben *седем* honden thuis. (Hint: Het getal 7 in het Bulgaars)
5. We wachten al *десет* minuten. (Hint: Het getal 10 in het Bulgaars)
6. Er staan *два* auto’s voor het huis. (Hint: Het getal 2 in het Bulgaars, mannelijk)
7. Ik wil *четири* glazen water, alstublieft. (Hint: Het getal 4 in het Bulgaars)
8. Het boek kost *осем* euro. (Hint: Het getal 8 in het Bulgaars)
9. Zij heeft *единадесет* broers en zussen. (Hint: Het getal 11 in het Bulgaars)
10. Er zijn *девет* leerlingen in de klas. (Hint: Het getal 9 in het Bulgaars)
Oefening 2: Gebruik van rangtelwoorden en samengestelde getallen
2. Hij woont op de *десета* verdieping. (Hint: Rangtelwoord voor ‘tiende’, vrouwelijk)
3. De wedstrijd vindt plaats op de *двадесети* mei. (Hint: Rangtelwoord voor ‘twintigste’)
4. Mijn verjaardag is op de *тридесет и първи* juli. (Hint: Samengesteld rangtelwoord ‘eenendertigste’)
5. Zij kreeg de *втора* prijs in de wedstrijd. (Hint: Rangtelwoord voor ‘tweede’, vrouwelijk)
6. Het boek is in het *двадесет и пето* hoofdstuk. (Hint: Samengesteld rangtelwoord ‘vijfentwintigste’)
7. Hij is de *седми* speler in het team. (Hint: Rangtelwoord voor ‘zevende’)
8. Dit is de *трети* keer dat ik hier ben. (Hint: Rangtelwoord voor ‘derde’)
9. De vergadering begint op de *петнадесети* april. (Hint: Rangtelwoord voor ‘vijftiende’, vrouwelijk)
10. Zij woont in het *тридесет и втори* huis aan deze straat. (Hint: Samengesteld rangtelwoord ‘tweeëndertigste’)