1. Dit is *իմ* տուն. (Hint: Gebruik het bezittelijk voor ‘mijn’ bij een enkelvoudig zelfstandig naamwoord.)
2. *քո* գիրքը գեղեցիկ է. (Hint: Gebruik het bezittelijk voor ‘jouw’ bij een mannelijk woord.)
3. Նա ցույց տվեց *իր* մեքենան: (Hint: Gebruik het bezittelijk voor ‘zijn/haar’ bij een vrouwelijk woord.)
4. Մենք կարդում ենք *մեր* դասագրքերը. (Hint: Gebruik het bezittelijk voor ‘ons/onze’ bij meervoud.)
5. Դուք ունեք *ձեր* գրիչը: (Hint: Gebruik het bezittelijk voor ‘uw/jullie’ bij een mannelijk woord.)
6. Նրանք սիրում են *նրանց* շունը: (Hint: Gebruik het bezittelijk voor ‘hun’ bij een enkelvoudig woord.)
7. Ես գտա *իմ* բանալիները: (Hint: Gebruik het bezittelijk voor ‘mijn’ bij meervoud.)
8. Նա կորցրել է *իր* պայուսակը: (Hint: Gebruik het bezittelijk voor ‘zijn/haar’ bij een vrouwelijk woord.)
9. Մենք պատրաստում ենք *մեր* ընթրիքն: (Hint: Gebruik het bezittelijk voor ‘ons/onze’ bij een enkelvoud.)
10. Դուք տեսաք *ձեր* ընկերներին: (Hint: Gebruik het bezittelijk voor ‘jullie’ bij meervoud.)

1. *իմ* գիրքն է սեղանին: (Hint: ‘Mijn’ bij een mannelijk enkelvoud.)
2. *քո* տունը մեծ է: (Hint: ‘Jouw’ bij een vrouwelijk enkelvoud.)
3. Նա կորցրել է *իր* շապիկը: (Hint: ‘Zijn/haar’ bij een mannelijk woord.)
4. Մենք սիրում ենք *մեր* դպրոցը: (Hint: ‘Ons/onze’ bij een enkelvoud.)
5. Դուք գնում եք *ձեր* գրքերը: (Hint: ‘Jullie/uw’ bij meervoud.)
6. Նրանք կորցրել են *նրանց* շները: (Hint: ‘Hun’ bij meervoud.)
7. Ես կարդում եմ *իմ* օրագիրը: (Hint: ‘Mijn’ bij een mannelijk woord.)
8. Նա գտել է *իր* գանձը: (Hint: ‘Zijn/haar’ bij een vrouwelijk woord.)
9. Մենք պատրաստում ենք *մեր* փաթեթները: (Hint: ‘Ons/onze’ bij meervoud.)
10. Դուք ունեք *ձեր* նվերը: (Hint: ‘Jullie/uw’ bij een enkelvoud.)