Werkwoordsvervoeging in de tegenwoordige tijd
2. Jij *սիրում* (sirum) muziek. Hint: Gebruik de juiste vorm van “սիրել” (houden van) in de tegenwoordige tijd.
3. Hij *խոսում* (khosum) Armeens. Hint: Tegenwoordige tijd van “խոսել” (spreken).
4. Wij *սովորում* (sovorum) samen. Hint: Gebruik de eerste persoon meervoud van “սովորել” (leren).
5. Jullie *ուտում* (utum) brood. Hint: Tegenwoordige tijd van “ուտել” (eten).
6. Zij *գնում* (gnum) boeken. Hint: Werkwoord “գնալ” (kopen) in de tegenwoordige tijd.
7. Ik *կարդում* (kardum) een boek. Hint: Tegenwoordige tijd van “կարդալ” (lezen).
8. Jij *գործում* (gorzum) hard. Hint: Gebruik de juiste vorm van “գործել” (werken).
9. Hij *միանում* (mianum) aan de groep. Hint: Tegenwoordige tijd van “միանալ” (aansluiten).
10. Wij *լսում* (lsum) muziek. Hint: Werkwoord “լսել” (luisteren) in de tegenwoordige tijd.
Verbuigingen van naamwoorden in het enkelvoud
2. Ik zie de *տունը* (tuny) van mijn vriend. Hint: Gebruik de accusatief (bepaalde vorm) van “տուն” (huis).
3. De kleur van de *ծաղիկը* (tsaghiky) is mooi. Hint: Gebruik de nominatief van “ծաղիկ” (bloem).
4. Zij geeft het *մատյանը* (matyany) aan mij. Hint: Gebruik de accusatief van “մատանի” (ring).
5. De *աղջիկը* (aghjiky) speelt buiten. Hint: Gebruik de nominatief van “աղջիկ” (meisje).
6. Ik koop een nieuwe *ավտոմեքենա* (avtomekena). Hint: Gebruik de nominatief van “auto”.
7. Hij leest het *մատյանը* (matyany). Hint: Gebruik de accusatief van “ring”.
8. De *մարդը* (mardy) werkt hard. Hint: Gebruik de nominatief van “mens”.
9. Ik bezoek de *հայրիկին* (hayrikin). Hint: Gebruik de datief van “vader”.
10. Zij draagt een mooie *ձեռք** (dzerrk). Hint: Gebruik de nominatief van “hand”.