Het leren van een nieuwe taal kan een uitdagend maar lonend proces zijn. Voor degenen die zich op het B2-niveau bevinden, is het belangrijk om niet alleen de basiswoordenschat te beheersen, maar ook meer complexe woorden en uitdrukkingen die je helpen om vloeiender en natuurlijker te communiceren. In dit artikel bespreken we 50 essentiële woorden die je moet kennen voor het Indonesisch op B2-niveau. Deze woorden zullen je helpen om je taalvaardigheden verder te ontwikkelen en je communicatievaardigheden te verbeteren.

1. Sopan (beleefd)

Het is belangrijk om sopan te zijn in elke cultuur. Dit woord betekent “beleefd” en is essentieel in sociale interacties.

2. Mendengarkan (luisteren)

Mendengarkan betekent “luisteren”. Dit werkwoord is cruciaal voor het begrijpen van gesproken Indonesisch.

3. Terjemahan (vertaling)

Als je een tekst moet vertalen, gebruik je het woord terjemahan. Het betekent “vertaling”.

4. Pengetahuan (kennis)

Pengetahuan betekent “kennis”. Dit woord komt vaak voor in academische en professionele contexten.

5. Mengerti (begrijpen)

Het werkwoord mengerti betekent “begrijpen”. Dit is een belangrijk woord voor het communiceren van je begrip of het zoeken naar verduidelijking.

6. Perubahan (verandering)

Perubahan betekent “verandering”. Dit woord wordt vaak gebruikt in discussies over sociale, politieke of persoonlijke veranderingen.

7. Kesempatan (kans)

Kesempatan betekent “kans” of “gelegenheid”. Dit is een nuttig woord voor het bespreken van mogelijkheden.

8. Percaya (geloven)

Het werkwoord percaya betekent “geloven”. Dit woord is belangrijk in gesprekken over vertrouwen en geloof.

9. Pengalaman (ervaring)

Pengalaman betekent “ervaring”. Dit woord is essentieel voor het delen van persoonlijke en professionele ervaringen.

10. Kesalahan (fout)

Kesalahan betekent “fout”. Dit woord is nuttig voor het bespreken van fouten en het leren ervan.

11. Menghadapi (onder ogen zien)

Het werkwoord menghadapi betekent “onder ogen zien” of “confronteren”. Het wordt vaak gebruikt in contexten van uitdagingen en problemen.

12. Keputusan (beslissing)

Keputusan betekent “beslissing”. Dit woord is essentieel in zakelijke en persoonlijke gesprekken.

13. Memahami (begrijpen)

Een ander woord voor “begrijpen” is memahami. Het wordt vaak gebruikt in geschreven en formele contexten.

14. Menyelesaikan (oplossen)

Het werkwoord menyelesaikan betekent “oplossen” of “voltooien”. Dit is een belangrijk woord voor het bespreken van taken en problemen.

15. Berkembang (ontwikkelen)

Berkembang betekent “ontwikkelen” of “groeien”. Dit woord wordt vaak gebruikt in contexten van persoonlijke en zakelijke groei.

16. Kebiasaan (gewoonte)

Kebiasaan betekent “gewoonte”. Dit woord is nuttig voor het bespreken van dagelijkse routines en gewoonten.

17. Menjaga (bewaken)

Het werkwoord menjaga betekent “bewaken” of “zorgen voor”. Dit is een belangrijk woord voor het bespreken van verantwoordelijkheid en zorg.

18. Keberhasilan (succes)

Keberhasilan betekent “succes”. Dit woord is essentieel in gesprekken over prestaties en doelen.

19. Tantangan (uitdaging)

Tantangan betekent “uitdaging”. Dit woord is nuttig voor het bespreken van obstakels en moeilijkheden.

20. Penjelasan (uitleg)

Penjelasan betekent “uitleg”. Dit woord wordt vaak gebruikt in educatieve en professionele contexten.

21. Menawarkan (aanbieden)

Het werkwoord menawarkan betekent “aanbieden”. Dit is een belangrijk woord voor het bespreken van voorstellen en aanbiedingen.

22. Peningkatan (verbetering)

Peningkatan betekent “verbetering”. Dit woord is essentieel voor het bespreken van vooruitgang en ontwikkeling.

23. Menghindari (vermijden)

Het werkwoord menghindari betekent “vermijden”. Dit is een nuttig woord voor het bespreken van strategieën en plannen.

24. Kepercayaan (vertrouwen)

Kepercayaan betekent “vertrouwen”. Dit woord is belangrijk in gesprekken over relaties en geloof.

25. Mengelola (beheren)

Het werkwoord mengelola betekent “beheren”. Dit is een essentieel woord voor zakelijke en organisatorische contexten.

26. Kesepakatan (overeenkomst)

Kesepakatan betekent “overeenkomst”. Dit woord wordt vaak gebruikt in juridische en zakelijke contexten.

27. Mengembangkan (ontwikkelen)

Het werkwoord mengembangkan betekent “ontwikkelen”. Dit is een belangrijk woord voor het bespreken van projecten en ideeën.

28. Mengetahui (weten)

Het werkwoord mengetahui betekent “weten”. Dit is een essentieel woord voor het communiceren van kennis en informatie.

29. Menemukan (vinden)

Het werkwoord menemukan betekent “vinden”. Dit is een nuttig woord voor het bespreken van ontdekkingen en oplossingen.

30. Kesehatan (gezondheid)

Kesehatan betekent “gezondheid”. Dit woord is belangrijk in gesprekken over welzijn en medische zorg.

31. Menggunakan (gebruiken)

Het werkwoord menggunakan betekent “gebruiken”. Dit is een essentieel woord voor het bespreken van middelen en hulpmiddelen.

32. Keuntungan (voordeel)

Keuntungan betekent “voordeel”. Dit woord is nuttig voor het bespreken van voordelen en winsten.

33. Mengurangi (verminderen)

Het werkwoord mengurangi betekent “verminderen”. Dit is een belangrijk woord voor het bespreken van reductie en bezuinigingen.

34. Kebijakan (beleid)

Kebijakan betekent “beleid”. Dit woord wordt vaak gebruikt in politieke en zakelijke contexten.

35. Kewajiban (verplichting)

Kewajiban betekent “verplichting”. Dit woord is essentieel voor het bespreken van verantwoordelijkheden en taken.

36. Menyediakan (voorzien)

Het werkwoord menyediakan betekent “voorzien”. Dit is een nuttig woord voor het bespreken van aanbod en dienstverlening.

37. Kesadaran (bewustzijn)

Kesadaran betekent “bewustzijn”. Dit woord is belangrijk in gesprekken over bewustwording en kennis.

38. Menghargai (waarderen)

Het werkwoord menghargai betekent “waarderen”. Dit is een essentieel woord voor het uiten van waardering en respect.

39. Komitmen (commitment)

Komitmen betekent “commitment”. Dit woord is belangrijk voor het bespreken van toewijding en verplichtingen.

40. Menjelaskan (uitleggen)

Het werkwoord menjelaskan betekent “uitleggen”. Dit is een nuttig woord voor het geven van verduidelijking en uitleg.

41. Kesulitan (moeilijkheid)

Kesulitan betekent “moeilijkheid”. Dit woord is essentieel voor het bespreken van uitdagingen en problemen.

42. Menyelesaikan (afmaken)

Het werkwoord menyelesaikan betekent “afmaken”. Dit is een belangrijk woord voor het bespreken van voltooiing en afronding.

43. Kewenangan (autoriteit)

Kewenangan betekent “autoriteit”. Dit woord is nuttig voor het bespreken van macht en bevoegdheid.

44. Mengantisipasi (anticiperen)

Het werkwoord mengantisipasi betekent “anticiperen”. Dit is een nuttig woord voor het bespreken van verwachtingen en voorbereidingen.

45. Kualitas (kwaliteit)

Kualitas betekent “kwaliteit”. Dit woord is essentieel in gesprekken over standaarden en niveaus.

46. Mengatur (regelen)

Het werkwoord mengatur betekent “regelen”. Dit is een belangrijk woord voor het bespreken van organisatie en beheer.

47. Kesepakatan (overeenkomst)

Kesepakatan betekent “overeenkomst”. Dit woord wordt vaak gebruikt in juridische en zakelijke contexten.

48. Menginspirasi (inspireren)

Het werkwoord menginspirasi betekent “inspireren”. Dit is een nuttig woord voor het bespreken van motivatie en aanmoediging.

49. Kerjasama (samenwerking)

Kerjasama betekent “samenwerking”. Dit woord is belangrijk voor het bespreken van samenwerking en partnerschappen.

50. Mengubah (veranderen)

Het werkwoord mengubah betekent “veranderen”. Dit is een essentieel woord voor het bespreken van transformatie en aanpassing.

Met deze 50 essentiële woorden heb je een solide basis om je Indonesische taalvaardigheden op B2-niveau te verbeteren. Het beheersen van deze woorden zal je helpen om effectiever en zelfverzekerder te communiceren in verschillende contexten. Blijf oefenen en breid je woordenschat verder uit om nog vloeiender te worden in het Indonesisch. Veel succes!