Op het B1-niveau is het belangrijk om bekend te zijn met woorden en uitdrukkingen die dagelijks worden gebruikt. Dit helpt u om alledaagse gesprekken te voeren en beter te begrijpen.
Nandri (நன்றி) – Dank u
Vannakkam (வணக்கம்) – Hallo
Enna Vishesham (என்ன விசேஷம்?) – Wat is het nieuws?
Thirumba Sandhippom (திரும்ப சந்திப்போம்) – Tot ziens
Saapad (சாப்பாடு) – Eten
Neenga (நீங்கள்) – U (formeel)
Naan (நான்) – Ik
Avanga (அவர்கள்) – Zij (formeel)
Familie en relaties
Het kennen van woorden die verband houden met familie en relaties is cruciaal, omdat deze vaak in gesprekken voorkomen.
Appa (அப்பா) – Vader
Amma (அம்மா) – Moeder
Thambi (தம்பி) – Jongere broer
Akka (அக்கா) – Oudere zus
Thatha (தாத்தா) – Grootvader
Paati (பாட்டி) – Grootmoeder
Thozhi (தோழி) – Vriendin
Nanban (நண்பன்) – Vriend
Werk en beroep
Op het B1-niveau moet u ook in staat zijn om over werk en beroepen te praten.
Vela (வேலை) – Werk
Uzhiyin (உழை) – Beroep
Asiriyar (ஆசிரியர்) – Leraar
Maruthuva (மருத்துவர்) – Dokter
Velai Seivor (வேலை செய்பவர்) – Werknemer
Thanthuviyar (தொழிலதிபர்) – Ondernemer
Ezhuppudhal (எழுப்புதல்) – Ontslag
Thozhil (தொழில்) – Bedrijf
Emoties en gevoelens
Het uiten van emoties en gevoelens is een belangrijk onderdeel van elke taal. Hier zijn enkele woorden die u kunnen helpen.
Magizhchi (மகிழ்ச்சி) – Vreugde
Varutham (வருத்தம்) – Verdriet
Kobam (கோபம்) – Woede
Acham (அச்சம்) – Angst
Virundhu (விருந்த) – Verrassing
Virundhombal (விருந்தோம்பல்) – Gastvrijheid
Viruppam (விருப்பம்) – Geluk
Verupaduthal (வெறுப்புதல்) – Walging
Reizen en vervoer
Kennis van woorden gerelateerd aan reizen en vervoer kan zeer nuttig zijn, vooral als u in Tamil Nadu reist.
Payanam (பயணம்) – Reis
Ootam (ஓட்டம்) – Rijden
Railway Station (ரயில் நிலையம்) – Treinstation
Vimanam (விமானம்) – Vliegtuig
Bus Stop (பஸ் நிறுத்தம்) – Bushalte
Auto (ஆட்டோ) – Auto
Motar (மோட்டார்) – Motor
Padikattu (படிக்கட்டு) – Trap
Gezondheid en welzijn
Gezondheidsgerelateerde woorden zijn ook belangrijk, vooral in noodsituaties.
Maruthuvam (மருத்துவம்) – Geneeskunde
Noi (நோய்) – Ziekte
Thunai (துணை) – Hulp
Marundhu (மருந்து) – Medicijn
Aludhal (அழுதல்) – Pijn
Soothiram (சூத்திரம்) – Symptoom
Aarokiyam (ஆரோக்கியம்) – Gezondheid
Ozhukkam (ஒழுக்கம்) – Hygiëne
Weer en natuur
Het kunnen praten over het weer en de natuur is een essentieel onderdeel van dagelijkse gesprekken.
Mazhai (மழை) – Regen
Veiyil (வெயில்) – Zon
Kaatru (காற்று) – Wind
Mugil (முகில்) – Wolk
Veyil (வெயில்) – Hitte
Thanneer (தண்ணீர்) – Water
Malai (மலை) – Berg
Kadal (கடல்) – Zee
Tijd en data
Tijd en data zijn belangrijk in elk gesprek, vooral bij het maken van afspraken.
Naal (நாள்) – Dag
Maasam (மாதம்) – Maand
Varudham (வருடம்) – Jaar
Mani (மணி) – Uur
Kanakku (கணக்கு) – Minuten
Neram (நேரம்) – Tijd
Pongal (பொங்கல்) – Ochtend
Sayanthiram (சாயந்திரம்) – Avond
Veelgebruikte werkwoorden
Werkwoorden zijn de ruggengraat van elke taal. Hier zijn enkele veelgebruikte werkwoorden die u moet kennen.
Seivathu (செய்வது) – Doen
Vanguthu (வாங்குவது) – Kopen
Kuduthal (கொடுக்குதல்) – Geven
Pesuvathu (பேசுவது) – Praten
Padithal (படித்தல்) – Lezen
Ezuthal (எழுதுதல்) – Schrijven
Ninaithal (நினைத்தல்) – Denken
Kannathal (கண்டல்) – Zien
Voorzetsels en bijwoorden
Voorzetsels en bijwoorden helpen om meer gedetailleerde informatie te geven in zinnen.
Idam (இடம்) – Plaats
Munnal (முன்னால்) – Voor
Pinnal (பின்னால்) – Achter
Pakathil (பக்கத்தில்) – Naast
Mele (மேலே) – Boven
Keezhe (கீழே) – Onder
Vendum (வேண்டும்) – Nodig
Seivadhu (செய்வது) – Moeten
Conclusie
Het leren van een nieuwe taal is een reis die geduld en toewijding vereist. Het kennen van deze belangrijke Tamil-woorden zal u helpen om uw woordenschat uit te breiden en uw communicatieve vaardigheden te verbeteren. Blijf oefenen en wees niet bang om fouten te maken; elke fout is een leermoment. Succes met uw taalstudie en onthoud dat consistentie de sleutel is tot vooruitgang!