Thais is een rijke en complexe taal die een breed scala aan woorden omvat, vooral binnen het educatieve en academische domein. Voor Nederlandse sprekers die geïnteresseerd zijn in het leren van Thais, kan het begrijpen van gespecialiseerde vocabulaire in deze context bijzonder nuttig zijn. Deze gids biedt een diepgaande blik op enkele belangrijke educatieve en academische woorden in het Thais, samen met hun definities en voorbeeldzinnen.

Basiswoorden voor Educatie

โรงเรียน (rong rian) – School. Dit is de plaats waar formeel onderwijs plaatsvindt.
เด็กๆ ไปโรงเรียนทุกวัน

นักเรียน (nak rian) – Student. Een persoon die studeert aan een school.
นักเรียนกำลังเรียนหนังสือ

ครู (kroo) – Leraar. Een persoon die lesgeeft aan studenten.
ครูสอนวิชาคณิตศาสตร์

วิชา (wi chaa) – Vak. Een specifiek studiegebied of onderwerp zoals wiskunde of geschiedenis.
ฉันชอบเรียนวิชาภาษาไทย

บทเรียน (bot rian) – Les. Een eenheid van onderwijs binnen een vak.
วันนี้เราจะเรียนบทเรียนใหม่

Academische termen

มหาวิทยาลัย (ma ha wit tha ya lai) – Universiteit. Een instelling voor hoger onderwijs en onderzoek.
เขาเรียนที่มหาวิทยาลัยเชียงใหม่

ปริญญา (pa rin yaa) – Diploma. Een certificaat dat wordt uitgereikt na voltooiing van een studieprogramma.
เธอได้รับปริญญาในสาขาวิทยาศาสตร์

วิทยานิพนธ์ (wit tha yaa ni phon) – Scriptie. Een uitgebreid academisch werk dat deel uitmaakt van een diploma-eis.
เขากำลังเขียนวิทยานิพนธ์ปริญญาโท

การวิจัย (gaan wi jaai) – Onderzoek. Systematisch onderzoek om nieuwe kennis te verkrijgen.
การวิจัยของเขาได้รับการตีพิมพ์ในวารสารวิชาการ

การสอบ (gaan sop) – Examen. Een toets om de kennis of vaardigheden van studenten te beoordelen.
นักเรียนกำลังเตรียมตัวสำหรับการสอบปลายภาค

Specifieke termen in verschillende vakgebieden

คณิตศาสตร์ (ka nit saat) – Wiskunde. De studie van getallen, hoeveelheden en vormen.
วิชาคณิตศาสตร์เป็นวิชาที่ฉันชอบที่สุด

วิทยาศาสตร์ (wit tha yaa saat) – Wetenschap. De systematische studie van de structuur en het gedrag van de fysieke en natuurlijke wereld.
นักเรียนต้องทำการทดลองในวิชาวิทยาศาสตร์

ประวัติศาสตร์ (pra wat saat) – Geschiedenis. De studie van het verleden.
บทเรียนประวัติศาสตร์วันนี้เกี่ยวกับสงครามโลกครั้งที่สอง

ภาษาศาสตร์ (phaa saa saat) – Taalwetenschap. De studie van taal en zijn structuur.
ภาษาศาสตร์เป็นสาขาที่น่าสนใจมาก

เศรษฐศาสตร์ (seet tha saat) – Economie. De studie van de productie, distributie en consumptie van goederen en diensten.
เขาเรียนวิชาเศรษฐศาสตร์ที่มหาวิทยาลัย

Praktische toepassingen in de klas

การบ้าน (gaan baan) – Huiswerk. Taken die studenten thuis moeten uitvoeren.
ครูให้การบ้านเยอะมากวันนี้

ห้องสมุด (hong sa mut) – Bibliotheek. Een plaats waar boeken en andere informatiebronnen worden bewaard.
ฉันชอบอ่านหนังสือในห้องสมุด

ตำราเรียน (tam raa rian) – Tekstboek. Een boek dat wordt gebruikt als standaardwerk voor studie.
ตำราเรียนเล่มนี้มีประโยชน์มาก

ห้องเรียน (hong rian) – Klaslokaal. De ruimte waar lessen worden gegeven.
นักเรียนทุกคนอยู่ในห้องเรียน

โปรเจค (pro jek) – Project. Een uitgebreide opdracht of onderzoek, vaak als groepswerk.
เรามีโปรเจคกลุ่มในวิชาวิทยาศาสตร์

Termen voor hoger onderwijs

อาจารย์ (aa jarn) – Professor. Een hoogleraar of universitair docent.
อาจารย์สอนวิชาฟิสิกส์

ทุนการศึกษา (thun gaan suek saa) – Studiebeurs. Financiële steun voor studenten om te studeren.
เขาได้รับทุนการศึกษาไปเรียนต่อต่างประเทศ

วิชาบังคับ (wi chaa bang khap) – Verplicht vak. Een vak dat verplicht is voor een bepaalde studie.
วิชาบังคับนี้เป็นส่วนหนึ่งของหลักสูตร

วิชาเลือก (wi chaa leuak) – Keuzevak. Een vak dat studenten kunnen kiezen op basis van hun interesse.
ฉันเลือกเรียนวิชาเลือกภาษาญี่ปุ่น

การสัมมนา (gaan sam ma naa) – Seminar. Een bijeenkomst voor discussie en uitwisseling van ideeën.
การสัมมนานี้น่าสนใจมาก

Beoordeling en evaluatie

คะแนน (ka naen) – Score. Het resultaat van een toets of examen.
เขาได้คะแนนสูงสุดในวิชาคณิตศาสตร์

เกรด (grade) – Cijfer. Een letter of cijfer dat de prestatie van een student weergeeft.
เขาได้เกรด A ในวิชาภาษาอังกฤษ

ใบรับรอง (bai rab rong) – Certificaat. Een document dat een bepaalde prestatie of voltooiing bevestigt.
เขาได้รับใบรับรองการเข้าร่วมอบรม

การประเมินผล (gaan pra men phon) – Evaluatie. Het proces van beoordelen van werk of prestaties.
การประเมินผลนี้จะช่วยปรับปรุงการสอน

ข้อสอบ (kho sop) – Toets. Een set vragen of opdrachten om kennis te testen.
ข้อสอบนี้ยากมาก

Academische structuren en organisaties

คณะ (ka na) – Faculteit. Een afdeling binnen een universiteit die zich richt op een bepaald studiegebied.
เขาเรียนอยู่ในคณะวิศวกรรมศาสตร์

ภาควิชา (phaak wi chaa) – Afdeling. Een subeenheid binnen een faculteit.
ภาควิชานี้มีอาจารย์ที่มีชื่อเสียงหลายคน

สาขาวิชา (saa kaa wi chaa) – Studiegebied. Een specifiek vakgebied binnen een academische discipline.
เขาสนใจสาขาวิชาการตลาด

สถาบัน (sa thaa ban) – Instituut. Een organisatie die educatieve of onderzoeksactiviteiten uitvoert.
สถาบันนี้มีชื่อเสียงในด้านวิจัย

การประชุม (gaan pra chum) – Vergadering. Een formele bijeenkomst voor discussie of besluitvorming.
การประชุมครั้งนี้สำคัญมาก

Studie en leerstrategieën

การอ่าน (gaan aan) – Lezen. Het proces van het interpreteren van geschreven tekst.
การอ่านหนังสือช่วยเพิ่มความรู้

การเขียน (gaan khiian) – Schrijven. Het proces van tekst produceren.
นักเรียนต้องฝึกการเขียนบทความ

การฟัง (gaan fang) – Luisteren. Het proces van het interpreteren van geluid, vooral spraak.
การฟังครูสอนเป็นสิ่งสำคัญ

การพูด (gaan phuut) – Spreken. Het proces van mondeling communiceren.
นักเรียนต้องฝึกการพูดภาษาอังกฤษ

การอภิปราย (gaan a pi prai) – Discussie. Een uitwisseling van ideeën of argumenten.
การอภิปรายในห้องเรียนช่วยเพิ่มความเข้าใจ

Conclusie

Het leren van educatieve en academische woordenschat in het Thais kan een uitdagende maar lonende ervaring zijn. Deze woorden en termen vormen de basis voor een diepere begrip van academische teksten en discussies in het Thais. Door consistent oefenen en het toepassen van deze woorden in context, kunnen Nederlandse sprekers hun Thaise taalvaardigheden aanzienlijk verbeteren. Veel succes met je studie!