In de Spaanse taal zijn er verschillende manieren om over het verleden te praten. Twee van de meest voorkomende vormen zijn de voltooid tegenwoordige tijd (perfecto) en de onvoltooid verleden tijd (indefinido). Het kan soms lastig zijn om te kiezen welke tijd je moet gebruiken, vooral wanneer je praat over het ontdekken of ontdekt worden van iets of iemand. Dit artikel zal je helpen om het verschil tussen deze twee tijden te begrijpen en wanneer je ze moet gebruiken, met speciale aandacht voor de werkwoorden “descubrir” (ontdekken) en “ser descubierto” (ontdekt worden).
De voltooid tegenwoordige tijd (perfecto)
De perfecto wordt gebruikt om te praten over acties die zijn voltooid binnen een tijdframe dat nog steeds verbonden is met het heden. Dit kan zijn acties die net zijn gebeurd of acties die een effect hebben op het heden.
He descubierto un nuevo restaurante cerca de mi casa. (Ik heb een nieuw restaurant ontdekt dichtbij mijn huis.)
Mi hermana ha descubierto que le gusta la música jazz. (Mijn zus heeft ontdekt dat ze van jazzmuziek houdt.)
Deze tijd wordt ook gebruikt in combinatie met woorden als “ya” (al), “todavÃa no” (nog niet), en “nunca” (nooit) om te praten over ervaringen tot op dit moment.
¿Ya has descubierto la causa del problema? (Heb je al de oorzaak van het probleem ontdekt?)
TodavÃa no he descubierto cómo usar este programa. (Ik heb nog niet ontdekt hoe ik dit programma moet gebruiken.)
De onvoltooid verleden tijd (indefinido)
De indefinido wordt gebruikt voor acties die in het verleden zijn begonnen en voltooid, zonder directe relatie met het heden. Deze tijd is nuttig wanneer je de nadruk wilt leggen op de voltooiing van de actie.
Descubrà un error en el informe ayer. (Ik heb gisteren een fout in het rapport ontdekt.)
Cuando era niño, descubrà que tenÃa talento para el dibujo. (Toen ik kind was, ontdekte ik dat ik talent had voor tekenen.)
Deze tijd wordt vaak gebruikt in verhalen of om een reeks gebeurtenissen in het verleden te beschrijven.
En 1492, Colón descubrió América. (In 1492 ontdekte Columbus Amerika.)
Esa mañana, descubrió que habÃa perdido las llaves. (Die ochtend ontdekte hij dat hij zijn sleutels verloren had.)
Het gebruik van “ser descubierto”
Het passieve “ser descubierto” wordt gebruikt om te benadrukken dat iets of iemand ontdekt is door een ander. In de perfecto en de indefinido kan dit verschillende nuances geven aan de zin.
El ladrón fue descubierto por la policÃa. (De dief werd door de politie ontdekt.)
La verdad ha sido descubierta al fin. (De waarheid is eindelijk ontdekt.)
Conclusie
Weten wanneer je de perfecto of de indefinido moet gebruiken, kan je helpen om je verhaal duidelijk en correct te vertellen in het Spaans. Door te oefenen met deze vormen en aandacht te besteden aan de context van de zinnen, zal je Spaanse taalvaardigheid verbeteren. Denk eraan dat taal leren ook gaat over het ontdekken van nieuwe manieren om jezelf uit te drukken en je begrip van de wereld te verdiepen.