Zweden staat bekend om zijn adembenemende natuur en gevarieerde landschappen. Of je nu door bergachtige gebieden heen wandelt, de ongerepte bossen verkent of geniet van het noorderlicht op een heldere winteravond, er is een schat aan vocabulaire in het Zweeds dat je kan helpen deze ervaringen te beschrijven. Hier volgen enkele essentiƫle Zweedse woorden voor het beschrijven van landschappen en natuurverschijnselen.
Landskap
Landschap. Dit woord wordt gebruikt om naar het algemene aanzicht van het land te verwijzen, inclusief natuurlijke kenmerken zoals bergen, valleien en bossen.
Vi stannade vid vƤgkanten fƶr att beundra det vackra landskapet.
FjƤll
Berg of bergketen. Gebruikt om een bergachtig gebied aan te duiden, vooral in het noorden van Zweden waar de ‘fjƤllen’ dominant zijn in het landschap.
FjƤllen i norra Sverige Ƥr perfekta fƶr vandring under sommaren.
Skog
Bos. Zweedse bossen zijn dicht en uitgestrekt en bieden een thuis aan een rijke biodiversiteit.
Vi gick vilse i den tƤta skogen men hittade till slut en stig.
Vattenfall
Waterval. In Zweden vind je vele indrukwekkende watervallen, vooral in de bergachtige gebieden.
Vi hƶrde ljudet av vattenfallet lƄngt innan vi kunde se det.
Sjƶ
Meer. Zweden is rijk aan meren, wat zorgt voor idyllische waterrijke landschappen.
SolnedgƄngen speglade sig vackert i sjƶns stilla vatten.
Ćlv
Rivier. De Zweedse rivieren variƫren van kleine, rustige waterstromen tot machtige, brede rivieren gebruikt voor hydro-elektrische energie.
Vi fiskade i Ƥlven och fƄngade en stor lax.
Fjord
Fjord. Hoewel meer geassocieerd met Noorwegen, heeft Zweden ook fjorden, met name aan de westkust.
BƄtturen genom fjorden var en av resans hƶjdpunkter.
Archipel
Archipel. Dit verwijst naar een groep eilanden, zoals de Stockholm archipel, welke bestaat uit duizenden eilanden.
Vi seglade runt i skƤrgƄrden hela dagen.
Fallna lƶv
Gevallen bladeren. Vooral in de herfst zijn de bossen rijkelijk bedekt met een tapijt van kleurrijke bladeren.
De fallna lƶven prasslade under vƄra fƶtter nƤr vi gick.
Norrsken
Noorderlicht. Dit spectaculaire natuurverschijnsel is een van de wonderen die je in de Zweedse winter kunt aanschouwen.
Norrskenet lyste upp himlen med otroliga fƤrger.
Mitternattssolen
Midzomernachtzon. In de zomermaanden blijft de zon in het noorden van Zweden gedurende de nacht zichtbaar.
Tack vare mitternattssolen kunde vi vandra Ƥven sent pƄ kvƤllen.
Gryning
Dageraad. Het moment waarop de nacht overgaat in de ochtend en de hemel langzaam licht wordt.
Vi vaknade tidigt fƶr att se gryningen ƶver de stilla vattnen.
Skymning
Schemering. Het omgekeerde van de dageraad, de periode wanneer het licht langzaam vervaagt en plaatsmaakt voor de nacht.
Under skymningen kunde vi se de fƶrsta stjƤrnorna komma fram.
Himmel
Hemel. Of het nu een helderblauwe lucht is of een wolkendek, de ‘himmel’ is vaak onderwerp van Zweedse gedichten en liedjes.
Himlen var klar och solen sken hela dagen.
Moln
Wolk. Wolken zijn vaak onmisbaar in het Zweedse landschap en kunnen allerlei vormen en maten aannemen.
Barnen lekte en lek dƤr de gissade vad molnen liknade.
Ć
ska
Onweer. Wanneer zware stormwolken samentrekken en het landschap verlicht wordt door bliksemschichten.
Ć
skan mullrade och vi rƤknade sekunderna mellan blixt och dunder.
Storm
Storm. Het klimaat in Zweden kan soms verraderlijk zijn met hevige stormen die over het land razen.
Stormen upprƶrde havet och vi blev tvungna att stanna inomhus.
Frost
Vorst. Als de temperatuur onder nul daalt en het landschap bedekt raakt met een dunne laag ijskristallen.
Frosten hade tƤckt hela landskapet med ett vitt lager under natten.
Door het leren van deze woorden kan je niet enkel het Zweedse landschap beter beschrijven, maar ook ervaringen delen en je verhalen verrijken. Door je onder te dompelen in de taal en de natuur, zal je merken dat je vocabulaire zich op natuurlijke wijze zal uitbreiden en zo ook je liefde voor het Zweedse landschap en zijn natuurverschijnselen.