Wanneer je door Zweden reist of simpelweg je Zweedse taalvaardigheden wilt oefenen, is het kennen van enkele basiszinnen om de weg te vragen essentieel. In dit artikel bespreken we verschillende nuttige Zweedse zinnen en woorden die je kunnen helpen om je bestemming te bereiken.

Ursäkta – Excuseer mij.
Dit woord wordt gebruikt om iemands aandacht te trekken voordat je een vraag stelt.
Ursäkta, kan du hjälpa mig?

Kan du hjälpa mig? – Kunt u mij helpen?
Een beleefde manier om te beginnen met het stellen van je vraag.
Kan du hjälpa mig att hitta postkontoret?

Jag är vilse – Ik ben verdwaald.
Gebruik deze zin als je wilt aangeven dat je niet weet waar je bent.
Jag är vilse, kan du visa mig på kartan var vi är?

Hur kommer jag till…? – Hoe kom ik bij…?
Met deze vraagstelling vraag je naar de route naar een bepaalde plek.
Hur kommer jag till närmaste tunnelbanestation?

Vägbeskrivning – Routebeschrijving.
Het woord dat gebruikt wordt om naar een routebeschrijving te vragen.
Kan du ge mig vägbeskrivning till museet?

Är det långt till…? – Is het ver naar…?
Hiermee vraag je of je bestemming ver weg is.
Är det långt till centrums?

Gå rakt fram – Ga rechtdoor.
Dit geeft aan dat je rechtdoor moet lopen.
Gå rakt fram och sen sväng till höger.

Sväng vänster/höger – Sla linksaf/rechtsaf.
Deze uitdrukking wordt gebruikt om een richting in te slaan op een kruispunt.
Sväng vänster vid trafikljuset.

Fortsätt till… – Ga door tot…
Met deze zin geef je aan dat je moet doorgaan tot je een specifiek punt bereikt.
Fortsätt till du ser en kyrka på vänster sida.

Det är på vänster/höger sida – Het is aan de linkerkant/rechterkant.
Hiermee specificeer je de locatie in verhouding tot de richting waarin je kijkt of loopt.
Biblioteket? Det är på höger sida efter torget.

Övergångsstället – Het zebrapad.
De plaats waar je de straat oversteekt.
Gå till övergångsstället för att korsa vägen.

Rondell – Rotonde.
Het verkeersplein waar wegen samen komen en verkeer continu rondrijdt.
Vid rondellen tar du tredje avfarten till höger.

Korsning – Kruising.
Een punt waar twee of meer wegen elkaar kruisen.
Gå rakt över korsningen så hittar du apoteket.

Skylt – Verkeersbord.
De borden langs de weg die informatie geven over richtingen en afstanden.
Följ skyltarna mot universitetet.

Tunnelbanestation – Metrostation.
De plek waar je de metro kunt nemen.
Tunnelbanestationen ligger två kvarter bort från detta café.

Busshållplats – Bushalte.
De plek waar de bus stopt en je op kunt stappen.
Busshållplatsen är precis framför banken.

Närmaste – Dichtstbijzijnde.
Wordt gebruikt om de locatie die het dichtst in de buurt is aan te duiden.
Var ligger närmaste apotek?

In Zweden is het gebruikelijk om te beginnen met een beleefde uitdrukking zoals “ursäkta” of “förlåt” om iemands aandacht te vragen. Vervolgens kun je je zin inzetten met “kan du hjälpa mig” om beleefd om assistentie te vragen. Wanneer je de weg vraagt, is het gebruikelijk dat men je een gedetailleerde beschrijving geeft, gebruikmakend van herkenningspunten en richtingen.

Het is ook handig om te kunnen uitdrukken hoe je reist. Gebruik “jag går” (ik loop) of “jag kör” (ik rijd) als je uitlegt hoe je je verplaatst, zodat de persoon die je helpt de instructies daarop kan aanpassen.

In het openbaar vervoer is het handig om termen zoals “tunnelbanestation” en “busshållplats” te kennen, aangezien het OV een veelgebruikt middel is in steden zoals Stockholm en Göteborg. Ook is het nuttig om te kunnen vragen naar het “närmaste” hotel, restaurant of een andere faciliteit die je zoekt.

Tot slot, vergeet niet om te bedanken met een hartelijk “tack så mycket” of simpelweg “tack” na het ontvangen van hulp. Met deze basiszinnen en woorden op zak, ben je goed voorbereid om je weg te vinden in Zweden en tegelijkertijd je Zweeds te oefenen.

Dus pak je woordenlijst en ga op avontuur! Met een open houding en een bereidheid om te leren, zullen de vriendelijke Zweden je graag helpen op je ontdekkingstocht door hun prachtige land. Lycka till! (Succes!)