Leren over dierennamen in een nieuwe taal kan zowel leuk als leerzaam zijn. In het Duits zijn er vele dieren met interessante namen die soms lijken op die in het Nederlands, maar er zijn ook verrassende verschillen. Hieronder vind je een lijst van diverse dierennamen met hun definities en voorbeelden hoe je ze in een zin kunt gebruiken.

Hund
De naam voor een hond in het Duits. Dit huisdier staat bekend om zijn trouw en wordt vaak de beste vriend van de mens genoemd.
Der Hund bellt, wenn jemand an der Tür ist.

Katze
Dit woord wordt gebruikt voor een kat, een ander zeer populair huisdier dat bekend staat om zijn onafhankelijkheid en sierlijke bewegingen.
Die Katze schläft den ganzen Tag auf dem Sofa.

Pferd
Duitse benaming voor paard, een groot en krachtig dier dat vaak voor recreatieve doeleinden of in de sport wordt gebruikt.
Das Pferd galoppiert über die Wiese.

Kuh
Het woord voor een koe, een boerderijdier dat gewaardeerd wordt om zijn melk en vlees.
Die Kuh gibt Milch, die wir jeden Tag trinken.

Schaf
Een schaap is bekend om zijn wol en wordt ook Schaf in het Duits genoemd.
Das Schaf wird einmal im Jahr geschoren.

Ente
In het Duits noemen we een eend Ente. Eenden zijn watervogels die je vaak in vijvers en meren ziet.
Die Ente schwimmt auf dem Teich.

Fisch
De algemene benaming voor een vis in de Duitse taal is Fisch. Vissen leven in water en zijn een populair item in veel diëten.
Der Fisch schwimmt schnell durch das Aquarium.

Hase
Een hase is een haas in het Duits. Het is een wild dier dat bekend staat om zijn lange oren en snelle rennen.
Der Hase hüpft über das Feld.

Vogel
Vogel is het Duitse woord voor vogel. Vogels hebben veren, vleugels en de meeste soorten kunnen vliegen.
Der Vogel sitzt auf dem Baum und singt.

Maus
Een klein knaagdiertje dat in het Duits Maus heet. Muizen zijn vaak te vinden in woningen en velden.
Die Maus sucht nach Käse.

Elefant
Een groot zoogdier bekend om zijn lange slurf wordt in het Duits een Elefant genoemd.
Der Elefant kann mit seiner Nase viele Dinge halten.

Giraffe
Dit is de Duitse naam voor een giraffe, het hoogste dier dat op land leeft en bekend staat om zijn lange nek.
Die Giraffe frisst Blätter von den hohen Bäumen.

Löwe
De koning van de dieren, de leeuw, is in het Duits bekend als Löwe.
Der Löwe brüllt in der afrikanischen Savanne.

Schlange
Een reptiel zonder poten dat in het Duits Schlange wordt genoemd. Slangen zijn vaak een angst voor veel mensen.
Die Schlange windet sich langsam auf dem Boden.

Frosch
Frosch is het Duitse woord voor een kikker, een amfibie dat bekend staat om zijn gekwaak en springen.
Der Frosch springt von Seerose zu Seerose.

Krokodil
Het woord voor een krokodil in het Duits is Krokodil. Deze grote reptielen zijn gevreesd vanwege hun krachtige kaken.
Das Krokodil liegt ruhig im Wasser und wartet auf seine Beute.

Bär
Bär is het Duitse woord voor een beer. Beren zijn grote zoogdieren die zowel ontzag als vrees opwekken.
Der Bär fängt Fische im Fluss.

Leren over de Duitse dierennamen kan je helpen om je woordenschat te vergroten en om je taalvaardigheden te verbeteren. Deze namen zijn niet alleen nuttig om over dieren te praten, maar je zult ze ook tegenkomen in verhalen, films en zelfs in uitdrukkingen en gezegden. Het herkennen en gebruiken van deze woorden in zinnen helpt je om je Duits te verfijnen en meer vertrouwd te raken met de taal. Ga dus op ontdekkingsreis in de Duitse dierentuin met deze woorden en zinnen om je taalreis te verrijken!