Comparatif Oefeningen voor Franse grammatica

Classroom full of students practicing language grammar 

In dit artikel gaan we ons richten op Comparatief Oefeningen in de Franse grammatica. De comparatief wordt gebruikt in het Frans om twee zaken te vergelijken, en kan gerelateerd zijn aan zowel superioriteit, inferioriteit als gelijkheid. Het is een belangrijk onderdeel van het leren van de taal en helpt studenten om genuanceerder en expressiever te communiceren in het Frans. Door deze oefeningen te doen, kunnen studenten hun begrip van de Franse comparatief versterken en hun taalvaardigheid verbeteren.

De volgende oefeningen zijn speciaal ontworpen om je kennis van de Franse comparatief te testen en te verfijnen. We zullen verschillende zinnen bekijken waarin je de correcte vorm van de comparatief moet invullen. Dit helpt je niet alleen de regels beter te begrijpen, maar geeft je ook de kans om te oefenen met het toepassen van deze grammaticale structuren in verschillende contexten. Laten we beginnen!

Comparatief van superioriteit

La voiture de Jean est *plus* (sneller dan) rapide que celle de Marc.

Ce livre est *moins* (interessant) intéressant que celui que j’ai lu le mois dernier.

Mes résultats sont *aussi* (goed als) bons que les tiens.

L’éléphant est *plus* (groot) grand que le chat.

Ton gâteau est *moins* (zoet) sucré que celui de la boulangerie.

La Saône est *moins* (lang als) longue que le Rhône.

Le français est *aussi* (moeilijk als) difficile que l’espagnol.

Mon sac est *plus* (zwaar) lourd que le tien.

Cette année, l’hiver est *plus* (koud als) froid que l’année dernière.

Ta réponse est *moins* (goed) bonne que ce que j’espérais.

Le train est *plus* (snel) rapide que le bus.

Ces chaussures sont *aussi* (comfortabel als) confortables que mes anciennes.

Ce roman est *moins* (dik als) épais que le dernier que j’ai acheté.

Ma sœur est *plus* (jong) jeune que moi.

Ton article est *aussi* (interessant als) intéressant que celui de Paul.

Comparatief van inferioriteit en gelijkheid

Julie est *moins* (oud als) âgée que sa sœur.

Le chat est *aussi* (slim als) intelligent que le chien.

L’histoire était *moins* (boeiend) captivante que le film.

Les pommes sont *plus* (gezond) saines que les chips.

Cette montre est *aussi* (duur als) chère que celle que tu as perdue.

Mon appartement est *moins* (groot) grand que le tien.

La classe est *moins* (luidruchtig als) bruyante qu’hier.

Le professeur est *aussi* (streng als) strict que la directrice.

La moto est *moins* (milieuvriendelijk) écologique que le vélo.

Le jardin de ma grand-mère est *plus* (mooi als) beau que notre jardinet.

Ce film est *moins* (spannend als) palpitant que celui que nous avons vu la semaine dernière.

Le café est *aussi* (goed als) bon que celui du bistrot du coin.

Les enfants sont *moins* (enthousiast) enthousiastes que d’habitude.

La cuisine italienne est *aussi* (populair als) populaire que la cuisine française.

Le vélo de Thomas est *moins* (nieuw als) neuf que celui de Léa.

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller