1. *Kain* ka ng prutas. (Hint: Gebruik het werkwoord voor “eten” in gebiedende wijs)
2. *Tulog* ka na. (Hint: Gebruik het werkwoord voor “slapen” in gebiedende wijs)
3. *Lakad* tayo sa parke. (Hint: Gebruik het werkwoord voor “lopen” in gebiedende wijs)
4. *Bili* ka ng gatas. (Hint: Gebruik het werkwoord voor “kopen” in gebiedende wijs)
5. *Inom* ng tubig. (Hint: Gebruik het werkwoord voor “drinken” in gebiedende wijs)
6. *Aral* ka nang mabuti. (Hint: Gebruik het werkwoord voor “studeren/leren” in gebiedende wijs)
7. *Sulatan* mo siya ng liham. (Hint: Gebruik het werkwoord voor “schrijven” in gebiedende wijs)
8. *Tawag* ka sa akin mamaya. (Hint: Gebruik het werkwoord voor “bellen/noemen” in gebiedende wijs)
9. *Hugas* ng kamay mo. (Hint: Gebruik het werkwoord voor “wassen” in gebiedende wijs)
10. *Punta* tayo sa bahay ni Juan. (Hint: Gebruik het werkwoord voor “gaan” in gebiedende wijs)

1. *Huwag kang kumain* ng sobra. (Hint: Gebruik de ontkennende gebiedende wijs voor “niet eten”)
2. *Huwag kang matulog* nang huli. (Hint: Gebruik de ontkennende gebiedende wijs voor “niet slapen”)
3. *Huwag kang maglakad* doon. (Hint: Gebruik de ontkennende gebiedende wijs voor “niet lopen”)
4. *Huwag kang bumili* ng hindi kailangan. (Hint: Gebruik de ontkennende gebiedende wijs voor “niet kopen”)
5. *Huwag kang uminom* ng alak. (Hint: Gebruik de ontkennende gebiedende wijs voor “niet drinken”)
6. *Huwag kang mag-aral* ng gabi-gabi lang. (Hint: Gebruik de ontkennende gebiedende wijs voor “niet studeren”)
7. *Huwag mong sulatan* ang maling tao. (Hint: Gebruik de ontkennende gebiedende wijs voor “niet schrijven”)
8. *Huwag kang tumawag* sa maling numero. (Hint: Gebruik de ontkennende gebiedende wijs voor “niet bellen”)
9. *Huwag kang maghugas* ng kamay nang madalas. (Hint: Gebruik de ontkennende gebiedende wijs voor “niet wassen”)
10. *Huwag tayong pumunta* doon ngayon. (Hint: Gebruik de ontkennende gebiedende wijs voor “niet gaan”)