Passieve stemoefening 1: Passieve vorm in tegenwoordige tijd
2. Listy *sú posielané* každý deň. (Gebruik de passieve vorm van „posielať“ in de tegenwoordige tijd)
3. Tento dom *je stavaný* architektmi. (Gebruik de passieve vorm van „stavať“ in de tegenwoordige tijd)
4. Odpovede *sú kontrolované* učiteľom. (Gebruik de passieve vorm van „kontrolovať“ in de tegenwoordige tijd)
5. Objednávky *sú spracovávané* rýchlo. (Gebruik de passieve vorm van „spracovávať“ in de tegenwoordige tijd)
6. Jedlo *je varené* kuchárom. (Gebruik de passieve vorm van „variť“ in de tegenwoordige tijd)
7. Noviny *sú čítané* každé ráno. (Gebruik de passieve vorm van „čítať“ in de tegenwoordige tijd)
8. Produkty *sú balené* starostlivo. (Gebruik de passieve vorm van „baliť“ in de tegenwoordige tijd)
9. Zákazníci *sú informovaní* o novinkách. (Gebruik de passieve vorm van „informovať“ in de tegenwoordige tijd)
10. Dokumenty *sú uchovávané* v kancelárii. (Gebruik de passieve vorm van „uchovávať“ in de tegenwoordige tijd)
Passieve stemoefening 2: Passieve vorm in verleden tijd
2. Projekt *bol dokončený* minulý týždeň. (Gebruik de passieve vorm van „dokončiť“ in de verleden tijd)
3. Film *bol natočený* pred rokom. (Gebruik de passieve vorm van „natočiť“ in de verleden tijd)
4. Učebnica *bola preložená* do slovenčiny. (Gebruik de passieve vorm van „preložiť“ in de verleden tijd)
5. Oslava *bola zorganizovaná* kolegami. (Gebruik de passieve vorm van „zorganizovať“ in de verleden tijd)
6. Nový softvér *bol nainštalovaný* technikmi. (Gebruik de passieve vorm van „nainštalovať“ in de verleden tijd)
7. Výstava *bola otvorená* včera popoludní. (Gebruik de passieve vorm van „otvoriť“ in de verleden tijd)
8. Zmluva *bola podpísaná* oboma stranami. (Gebruik de passieve vorm van „podpísať“ in de verleden tijd)
9. Dopis *bol odoslaný* poštou. (Gebruik de passieve vorm van „odoslať“ in de verleden tijd)
10. Snímka *bola spracovaná* profesionálne. (Gebruik de passieve vorm van „spracovať“ in de verleden tijd)