1. Mám *jeden* dom. (Kies het juiste onbepaalde lidwoord voor een mannelijk zelfstandig naamwoord in nominatief.)
2. Vidím *jednu* ženu. (Kies het juiste onbepaalde lidwoord voor een vrouwelijk zelfstandig naamwoord in nominatief.)
3. Kúpim *jedno* auto. (Kies het juiste onbepaalde lidwoord voor een onzijdig zelfstandig naamwoord in nominatief.)
4. To je *jeden* pes. (Kies het juiste onbepaalde lidwoord voor een mannelijk zelfstandig naamwoord in nominatief.)
5. Potrebujem *jednu* knihu. (Kies het juiste onbepaalde lidwoord voor een vrouwelijk zelfstandig naamwoord in nominatief.)
6. Chcem *jedno* jablko. (Kies het juiste onbepaalde lidwoord voor een onzijdig zelfstandig naamwoord in nominatief.)
7. Môj brat má *jeden* bicykel. (Kies het juiste onbepaalde lidwoord voor een mannelijk zelfstandig naamwoord in nominatief.)
8. Ona hľadá *jednu* prácu. (Kies het juiste onbepaalde lidwoord voor een vrouwelijk zelfstandig naamwoord in nominatief.)
9. Daj mi *jedno* pero. (Kies het juiste onbepaalde lidwoord voor een onzijdig zelfstandig naamwoord in nominatief.)
10. Vidíme *jeden* strom. (Kies het juiste onbepaalde lidwoord voor een mannelijk zelfstandig naamwoord in nominatief.)

1. Vidím *jedného* muža. (Gebruik het juiste onbepaalde lidwoord voor een mannelijk levend zelfstandig naamwoord in accusatief.)
2. Kupujem *jednu* kyticu. (Gebruik het juiste onbepaalde lidwoord voor een vrouwelijk zelfstandig naamwoord in accusatief.)
3. Chcem *jedno* jablko. (Gebruik het juiste onbepaalde lidwoord voor een onzijdig zelfstandig naamwoord in accusatief.)
4. Hľadám *jedného* psa. (Gebruik het juiste onbepaalde lidwoord voor een mannelijk levend zelfstandig naamwoord in accusatief.)
5. Vidíš *jednu* ženu? (Gebruik het juiste onbepaalde lidwoord voor een vrouwelijk zelfstandig naamwoord in accusatief.)
6. Potrebujem *jedno* auto. (Gebruik het juiste onbepaalde lidwoord voor een onzijdig zelfstandig naamwoord in accusatief.)
7. Kúpim *jedného* učiteľa. (Gebruik het juiste onbepaalde lidwoord voor een mannelijk levend zelfstandig naamwoord in accusatief.)
8. Ona má *jednu* tašku. (Gebruik het juiste onbepaalde lidwoord voor een vrouwelijk zelfstandig naamwoord in accusatief.)
9. Dám ti *jedno* pero. (Gebruik het juiste onbepaalde lidwoord voor een onzijdig zelfstandig naamwoord in accusatief.)
10. Vidím *jedného* chlapca. (Gebruik het juiste onbepaalde lidwoord voor een mannelijk levend zelfstandig naamwoord in accusatief.)