1. Ik wil *puțin* lapte drinken. (Hint: gebruik het partitieve lidwoord voor “een beetje” melk)
2. Zij koopt *câteva* mere. (Hint: gebruik het partitieve lidwoord voor “enkele” appels)
3. We hebben *puțină* apă nodig. (Hint: gebruik het partitieve lidwoord voor “een beetje” water)
4. Jij eet *puțină* pâine. (Hint: gebruik het partitieve lidwoord voor “een beetje” brood)
5. Hij neemt *câteva* cărți cu el. (Hint: gebruik het partitieve lidwoord voor “enkele” boeken)
6. Kun je me *puțin* zahăr geven? (Hint: gebruik het partitieve lidwoord voor “een beetje” suiker)
7. Wij hebben *câteva* flori pentru tine. (Hint: gebruik het partitieve lidwoord voor “enkele” bloemen)
8. Zij drinkt *puțin* ceai. (Hint: gebruik het partitieve lidwoord voor “een beetje” thee)
9. Geef me *câteva* ouă, alsjeblieft. (Hint: gebruik het partitieve lidwoord voor “enkele” eieren)
10. Ik wil *puțină* sare toevoegen. (Hint: gebruik het partitieve lidwoord voor “een beetje” zout)

1. Mama cumpără *puțin* unt pentru prăjitură. (Hint: gebruik het partitieve lidwoord voor “een beetje” boter)
2. Ei mănâncă *câteva* fructe după masă. (Hint: gebruik het partitieve lidwoord voor “enkele” vruchten)
3. Am adus *puțină* brânză pentru sandviș. (Hint: gebruik het partitieve lidwoord voor “een beetje” kaas)
4. Tu bei *puțin* suc de portocale? (Hint: gebruik het partitieve lidwoord voor “een beetje” sinaasappelsap)
5. Copiii vor *câteva* biscuiți dulci. (Hint: gebruik het partitieve lidwoord voor “enkele” koekjes)
6. Profesorul pune *puțin* zahăr în ceai. (Hint: gebruik het partitieve lidwoord voor “een beetje” suiker)
7. Noi cumpărăm *câteva* sticle de apă. (Hint: gebruik het partitieve lidwoord voor “enkele” flessen water)
8. Ea vrea *puțină* ciocolată după cină. (Hint: gebruik het partitieve lidwoord voor “een beetje” chocolade)
9. Vrei *câteva* felii de pâine? (Hint: gebruik het partitieve lidwoord voor “enkele” sneetjes brood)
10. Tatăl bea *puțin* lapte înainte de culcare. (Hint: gebruik het partitieve lidwoord voor “een beetje” melk)