Subjunctiefoefeningen: Gebruik van ‘ke’ (dat) met aanvoegende wijs
2. Omidvaram ke shoma *befahmin*. (Hint: Gebruik de aanvoegende wijs van ‘begrijpen’ na ‘ke’ om hoop uit te drukken.)
3. Maman mikhahad ke dustash *beravad*. (Hint: Gebruik de aanvoegende wijs van ‘gaan’ na ‘ke’ na een wens.)
4. Khahar mikhahad ke to *bokhari*. (Hint: Gebruik de aanvoegende wijs van ‘eten’ na ‘ke’ om een wens aan te geven.)
5. Man negah mikonam ke u *bekhanad*. (Hint: Gebruik de aanvoegende wijs van ‘lezen’ na ‘ke’ om twijfel of wens uit te drukken.)
6. Khodahafez migooyam ke shoma *beravid*. (Hint: Gebruik de aanvoegende wijs van ‘gaan’ na ‘ke’ in een wens.)
7. Pedar mikhahad ke pesarash *beporsad*. (Hint: Gebruik de aanvoegende wijs van ‘vragen’ na ‘ke’.)
8. U omidvar ast ke ma *bemanem*. (Hint: Gebruik de aanvoegende wijs van ‘blijven’ na ‘ke’ voor hoop.)
9. Moalem mikhahad ke daneshjuyan *beshnavand*. (Hint: Gebruik de aanvoegende wijs van ‘luisteren’ na ‘ke’ voor wens.)
10. Man tasmim gereftam ke bishtar *bekhanam*. (Hint: Gebruik de aanvoegende wijs van ‘lezen’ na ‘ke’ na een besluit.)
Subjunctiefoefeningen: Gebruik van ’ta’ (zodat) en de aanvoegende wijs
2. To ba man sohbat kon *ta* man *besham* khoshhal. (Hint: Gebruik de aanvoegende wijs van ‘worden’ na ’ta’ met doel.)
3. U kar mikonad *ta* moalem *bepasandad*. (Hint: Gebruik de aanvoegende wijs van ‘goedkeuren’ na ’ta’ met doel.)
4. Maman pizha mikad *ta* hame *beporsand*. (Hint: Gebruik de aanvoegende wijs van ‘vragen’ na ’ta’.)
5. Ma mikhahim zood beravim *ta* be film *beresim*. (Hint: Gebruik de aanvoegende wijs van ‘bereiken’ na ’ta’.)
6. Pedar ketab kharid *ta* man *bekhanam*. (Hint: Gebruik de aanvoegende wijs van ‘lezen’ na ’ta’.)
7. U miayad *ta* be shoma komak *konad*. (Hint: Gebruik de aanvoegende wijs van ‘helpen’ na ’ta’.)
8. Dustam mikhahad ke man biayam *ta* ba ham *beravim*. (Hint: Gebruik de aanvoegende wijs van ‘gaan’ na ’ta’.)
9. Moalem migooyad ke daneshjuyan bayad *bemoonand* *ta* dars ra befahmand. (Hint: Gebruik de aanvoegende wijs van ‘blijven’ na ’ta’.)
10. Man tamrin mikonam *ta* zabaan ra behtar *yad begiram*. (Hint: Gebruik de aanvoegende wijs van ‘leren’ na ’ta’.)