Oefening 1: Aanwijzende voornaamwoorden voor dichtbij (हे, ही, हा)
2. *ही* पुस्तक माझ्या टेबलावर आहे. (Gebruik het aanwijzend voornaamwoord voor een vrouwelijk woord dichtbij.)
3. मला *हे* फळ आवडते. (Gebruik het aanwijzend voornaamwoord voor een onzijdig woord dichtbij.)
4. *हा* मुलगा शाळेत जातो. (Gebruik het aanwijzend voornaamwoord voor een man die dichtbij is.)
5. *ही* आई माझ्या घरी आहे. (Gebruik het aanwijzend voornaamwoord voor een vrouwelijk woord dichtbij.)
6. *हे* घर खूप मोठे आहे. (Gebruik het aanwijzend voornaamwoord voor een onzijdig woord dichtbij.)
7. *हा* पेन्सिल माझ्या डेस्कवर आहे. (Gebruik het aanwijzend voornaamwoord voor een mannelijk woord dichtbij.)
8. *ही* झाडे खूप सुंदर आहेत. (Gebruik het aanwijzend voornaamwoord voor een vrouwelijk woord dichtbij.)
9. मला *हे* कपडे आवडले. (Gebruik het aanwijzend voornaamwoord voor een onzijdig woord dichtbij.)
10. *हा* शिक्षक खूप हुशार आहे. (Gebruik het aanwijzend voornaamwoord voor een mannelijk woord dichtbij.)
Oefening 2: Aanwijzende voornaamwoorden voor ver weg (तो, ती, ते)
2. *ती* महिला बाजारात आहे. (Gebruik het aanwijzend voornaamwoord voor een vrouw die ver weg is.)
3. मला *ते* फळ आवडले. (Gebruik het aanwijzend voornaamwoord voor een onzijdig woord ver weg.)
4. *तो* मुलगा खेळत आहे. (Gebruik het aanwijzend voornaamwoord voor een man die ver weg is.)
5. *ती* आई घरी नाही. (Gebruik het aanwijzend voornaamwoord voor een vrouw die ver weg is.)
6. *ते* घर खूप जुने आहे. (Gebruik het aanwijzend voornaamwoord voor een onzijdig woord ver weg.)
7. *तो* पेन्सिल टेबलवर नाही. (Gebruik het aanwijzend voornaamwoord voor een mannelijk woord ver weg.)
8. *ती* झाडे दूर आहेत. (Gebruik het aanwijzend voornaamwoord voor een vrouwelijk woord ver weg.)
9. मला *ते* कपडे आवडतात. (Gebruik het aanwijzend voornaamwoord voor een onzijdig woord ver weg.)
10. *तो* शिक्षक वर्गात आहे. (Gebruik het aanwijzend voornaamwoord voor een mannelijk woord ver weg.)