1. Јас *читав* книга вчера. (Hint: werkwoord ‘читам’ – lezen, verleden tijd, eerste persoon enkelvoud)
2. Ти *пишуваше* писмо утрово. (Hint: werkwoord ‘пишувам’ – schrijven, verleden tijd, tweede persoon enkelvoud)
3. Тој *работеше* во канцеларијата минатата недела. (Hint: werkwoord ‘работам’ – werken, verleden tijd, derde persoon enkelvoud)
4. Ние *слушавме* музика синоќа. (Hint: werkwoord ‘слушам’ – luisteren, verleden tijd, eerste persoon meervoud)
5. Вие *игравте* фудбал вчера попладне. (Hint: werkwoord ‘играм’ – spelen, verleden tijd, tweede persoon meervoud)
6. Тие *куваа* ручек пред да дојдеш. (Hint: werkwoord ‘кувам’ – koken, verleden tijd, derde persoon meervoud)
7. Јас *гледав* филм вчера. (Hint: werkwoord ‘гледам’ – kijken, verleden tijd, eerste persoon enkelvoud)
8. Ти *пливаше* во базенот минатото лето. (Hint: werkwoord ‘пливам’ – zwemmen, verleden tijd, tweede persoon enkelvoud)
9. Тој *возеше* велосипед пред училиште. (Hint: werkwoord ‘возам’ – fietsen/rijden, verleden tijd, derde persoon enkelvoud)
10. Ние *учевме* македонски јазик минатата година. (Hint: werkwoord ‘учам’ – leren, verleden tijd, eerste persoon meervoud)

1. Јас *одев* на пазарот секој ден. (Hint: werkwoord ‘одам’ – gaan, verleden tijd, eerste persoon enkelvoud)
2. Ти *јадеше* јаболко вчера попладне. (Hint: werkwoord ‘јадам’ – eten, verleden tijd, tweede persoon enkelvoud)
3. Тој *спиеше* доцна сабајле. (Hint: werkwoord ‘спијам’ – slapen, verleden tijd, derde persoon enkelvoud)
4. Ние *пиехме* кафе порано. (Hint: werkwoord ‘пијам’ – drinken, verleden tijd, eerste persoon meervoud)
5. Вие *доаѓавте* на училиште пеш. (Hint: werkwoord ‘доаѓам’ – komen, verleden tijd, tweede persoon meervoud)
6. Тие *бееја* среќни минатата година. (Hint: werkwoord ‘сум’ – zijn, verleden tijd, derde persoon meervoud)
7. Јас *знаев* одговорот на прашањето. (Hint: werkwoord ‘знам’ – weten, verleden tijd, eerste persoon enkelvoud)
8. Ти *сакаше* да одиш на концерт. (Hint: werkwoord ‘сакам’ – willen/houden van, verleden tijd, tweede persoon enkelvoud)
9. Тој *правеше* домашна задача секоја вечер. (Hint: werkwoord ‘правам’ – maken/doen, verleden tijd, derde persoon enkelvoud)
10. Ние *мислевме* дека е лесно. (Hint: werkwoord ‘мислам’ – denken, verleden tijd, eerste persoon meervoud)