1. Ik *ಬರೆಯುತ್ತೇನೆ* elke dag een brief. (Hint: werkwoord ‘schrijven’ in de eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd)
2. Jij *ನೀರು ಕುಡಿಯುತ್ತೀಯ* als je dorst hebt. (Hint: werkwoord ‘drinken’ in de tweede persoon enkelvoud)
3. Hij *ಓದುತ್ತಾನೆ* een boek in de bibliotheek. (Hint: werkwoord ‘lezen’ in de derde persoon enkelvoud)
4. Wij *ನಡುವೆ ಹೊಟ್ಟೆ ತಿಂದೇವೆ* samen in de middag. (Hint: werkwoord ‘eten’ in de eerste persoon meervoud)
5. Jullie *ಬಳಸುತ್ತೀರ* de computer dagelijks. (Hint: werkwoord ‘gebruiken’ in de tweede persoon meervoud)
6. Zij *ನಡುವೆ ಸಾಗಿಸುತ್ತಾರೆ* de auto naar het werk. (Hint: werkwoord ‘besturen/rijden’ in de derde persoon meervoud)
7. Ik *ನಗೆುತ್ತೇನೆ* altijd als ik blij ben. (Hint: werkwoord ‘lachen’ in de eerste persoon enkelvoud)
8. Jij *ಹೊರಟುಕೊಳ್ಳುತ್ತೀಯ* naar school elke ochtend. (Hint: werkwoord ‘vertrekken’ in de tweede persoon enkelvoud)
9. Hij *ಹೇಳುತ್ತಾನೆ* het verhaal aan zijn vriend. (Hint: werkwoord ‘vertellen’ in de derde persoon enkelvoud)
10. Wij *ಕೇಳುತ್ತೇವೆ* aandachtig naar de leraar. (Hint: werkwoord ‘luisteren’ in de eerste persoon meervoud)

1. Ik *ಬರುತ್ತೇನೆ* altijd op tijd. (Hint: onregelmatig werkwoord ‘komen’ in de eerste persoon enkelvoud)
2. Jij *ಹೋಗುತ್ತೀಯ* naar de markt. (Hint: onregelmatig werkwoord ‘gaan’ in de tweede persoon enkelvoud)
3. Hij *ಮಾಡುತ್ತಾನೆ* zijn huiswerk na school. (Hint: onregelmatig werkwoord ‘doen/maken’ in de derde persoon enkelvoud)
4. Wij *ಕಾಣುತ್ತೇವೆ* de vogels in de tuin. (Hint: onregelmatig werkwoord ‘zien’ in de eerste persoon meervoud)
5. Jullie *ಕೊಡುತ್ತೀರ* altijd hulp aan anderen. (Hint: onregelmatig werkwoord ‘geven’ in de tweede persoon meervoud)
6. Zij *ತರುತ್ತಾರೆ* de boodschappen naar huis. (Hint: onregelmatig werkwoord ‘brengen’ in de derde persoon meervoud)
7. Ik *ತೋರುತ್ತೇನೆ* blij vandaag. (Hint: onregelmatig werkwoord ‘verschijnen’ of ‘lijken’ in de eerste persoon enkelvoud)
8. Jij *ನಿಗದಿಪಡಿಸುತ್ತೀಯ* het tijdstip voor de vergadering. (Hint: onregelmatig werkwoord ‘afspreken/bepalen’ in de tweede persoon enkelvoud)
9. Hij *ಇರುತ್ತಾನೆ* thuis in de avond. (Hint: onregelmatig werkwoord ‘zijn’ of ‘blijven’ in de derde persoon enkelvoud)
10. Wij *ಹೇಳುತ್ತೇವೆ* de waarheid altijd. (Hint: onregelmatig werkwoord ‘zeggen’ in de eerste persoon meervoud)