Getallen en telwoorden in het Armeens – Oefening 1
2. Er zijn *հինգ* stoelen in de kamer. (Gebruik het Armeense woord voor ‘vijf’)
3. Hij heeft *տասը* boeken gelezen. (Gebruik het Armeense woord voor ’tien’)
4. Wij zien *երկու* katten in de tuin. (Gebruik het Armeense woord voor ’twee’)
5. Ze hebben *չորս* broden gebakken. (Gebruik het Armeense woord voor ‘vier’)
6. Er staan *վեց* bomen langs de weg. (Gebruik het Armeense woord voor ‘zes’)
7. De klas heeft *նորն* leerlingen. (Gebruik het Armeense woord voor ‘negen’)
8. Ik ben *մեկ* keer naar Armenië geweest. (Gebruik het Armeense woord voor ‘één’)
9. We kochten *ութ* ballonnen voor het feest. (Gebruik het Armeense woord voor ‘acht’)
10. De winkel opent over *յոթ* minuten. (Gebruik het Armeense woord voor ‘zeven’)
Getallen in zinnen met zelfstandige naamwoorden – Oefening 2
2. We hebben *երեք* stoelen besteld. (Gebruik het Armeense woord voor ‘drie’)
3. Er liggen *չորս* boeken op tafel. (Gebruik het Armeense woord voor ‘vier’)
4. Zij heeft *տասը* bloemen geplukt. (Gebruik het Armeense woord voor ’tien’)
5. Ik eet elke dag *մեկ* appel. (Gebruik het Armeense woord voor ‘één’)
6. Er zijn *վեց* vissen in de vijver. (Gebruik het Armeense woord voor ‘zes’)
7. Jij hebt *ութ* pennen nodig. (Gebruik het Armeense woord voor ‘acht’)
8. De jongen heeft *յոթ* ballen gevangen. (Gebruik het Armeense woord voor ‘zeven’)
9. Wij zien *երկու* honden in het park. (Gebruik het Armeense woord voor ’twee’)
10. Ze kochten *նորն* chocolaatjes. (Gebruik het Armeense woord voor ‘negen’)