Oefening 1: Kies het juiste aanwijzende bijvoeglijk naamwoord
1. *Hierdie* boek is baie interessant. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor iets dichtbij.)
2. Ek hou van *daardie* hond oor die heining. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor iets verder weg.)
3. *Die* man staan by die deur. (Gebruik het bepaalde lidwoord als aanwijzend bijvoeglijk naamwoord.)
4. *Hierdie* appel is rooi en soet. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor iets dichtbij.)
5. Kan jy *daardie* stoel daar vat? (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor iets ver weg.)
6. *Die* kinders speel buite in die tuin. (Gebruik het bepaalde lidwoord als aanwijzend bijvoeglijk naamwoord.)
7. Ek wil graag *hierdie* koek eet. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor iets dichtbij.)
8. *Daardie* motor is baie vinnig. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor iets verder weg.)
9. *Die* blomme in die tuin is mooi. (Gebruik het bepaalde lidwoord als aanwijzend bijvoeglijk naamwoord.)
10. *Hierdie* pen is van my. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor iets dichtbij.)
2. Ek hou van *daardie* hond oor die heining. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor iets verder weg.)
3. *Die* man staan by die deur. (Gebruik het bepaalde lidwoord als aanwijzend bijvoeglijk naamwoord.)
4. *Hierdie* appel is rooi en soet. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor iets dichtbij.)
5. Kan jy *daardie* stoel daar vat? (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor iets ver weg.)
6. *Die* kinders speel buite in die tuin. (Gebruik het bepaalde lidwoord als aanwijzend bijvoeglijk naamwoord.)
7. Ek wil graag *hierdie* koek eet. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor iets dichtbij.)
8. *Daardie* motor is baie vinnig. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor iets verder weg.)
9. *Die* blomme in die tuin is mooi. (Gebruik het bepaalde lidwoord als aanwijzend bijvoeglijk naamwoord.)
10. *Hierdie* pen is van my. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor iets dichtbij.)
Oefening 2: Vul het juiste aanwijzende bijvoeglijk naamwoord in
1. Ek sien *daardie* voël in die boom. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor iets ver weg.)
2. *Hierdie* huis is baie groot. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor iets dichtbij.)
3. *Die* tyd vlieg vinnig. (Gebruik het bepaalde lidwoord als aanwijzend bijvoeglijk naamwoord.)
4. Kan jy *daardie* boek op die rak gee? (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor iets verder weg.)
5. Ek neem *hierdie* skoene na die winkel. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor iets dichtbij.)
6. *Die* kat slaap op die mat. (Gebruik het bepaalde lidwoord als aanwijzend bijvoeglijk naamwoord.)
7. *Daardie* meisie is my suster. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor iets verder weg.)
8. Ek hou van *hierdie* liedjie. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor iets dichtbij.)
9. *Die* man dra ‘n rooi hemp. (Gebruik het bepaalde lidwoord als aanwijzend bijvoeglijk naamwoord.)
10. Ek wil nie *daardie* koek hê nie. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor iets ver weg.)
2. *Hierdie* huis is baie groot. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor iets dichtbij.)
3. *Die* tyd vlieg vinnig. (Gebruik het bepaalde lidwoord als aanwijzend bijvoeglijk naamwoord.)
4. Kan jy *daardie* boek op die rak gee? (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor iets verder weg.)
5. Ek neem *hierdie* skoene na die winkel. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor iets dichtbij.)
6. *Die* kat slaap op die mat. (Gebruik het bepaalde lidwoord als aanwijzend bijvoeglijk naamwoord.)
7. *Daardie* meisie is my suster. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor iets verder weg.)
8. Ek hou van *hierdie* liedjie. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor iets dichtbij.)
9. *Die* man dra ‘n rooi hemp. (Gebruik het bepaalde lidwoord als aanwijzend bijvoeglijk naamwoord.)
10. Ek wil nie *daardie* koek hê nie. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor iets ver weg.)
Download talkpal app 
_icon.svg){kind=icon}
