1. *Що* ти робиш? (Hint: Gebruik het vraagwoord voor “wat” om naar een handeling te vragen.)
2. *Де* знаходиться бібліотека? (Hint: Vraagwoord om naar een plaats te vragen.)
3. *Коли* починається урок? (Hint: Vraagwoord voor tijd, wanneer iets gebeurt.)
4. *Хто* це зробив? (Hint: Vraagwoord om naar een persoon te vragen.)
5. *Чому* ти сумний? (Hint: Vraagwoord dat om een reden vraagt.)
6. *Як* ти почуваєшся? (Hint: Vraagwoord om naar de manier of toestand te vragen.)
7. *Скільки* коштує ця книга? (Hint: Vraagwoord voor het vragen naar hoeveelheid of prijs.)
8. *Який* твій улюблений колір? (Hint: Vraagwoord om een keuze of soort te vragen.)
9. *Чи* ти розумієш українську? (Hint: Gebruik dit woord om een ja/nee-vraag te maken.)
10. *Звідки* ти приїхав? (Hint: Vraagwoord om de herkomst of plaats van waar iets komt te vragen.)

1. *Ти* вчишся в університеті? (Hint: Voor ja/nee-vragen staat het onderwerp vooraan.)
2. *Він* читає газету? (Hint: Begin een ja/nee-vraag met het onderwerp als er geen vraagwoord is.)
3. *Де* ти живеш? (Hint: Plaats het vraagwoord aan het begin van de vraag.)
4. *Що* вона робить? (Hint: Vraagwoord aan het begin, gevolgd door het onderwerp.)
5. *Коли* ми зустрічаємося? (Hint: Vraagwoord voor tijd komt altijd eerst.)
6. *Чому* вони пізно прийшли? (Hint: Redenvraagwoord aan het begin van de zin.)
7. *Ти* хочеш каву? (Hint: Ja/nee-vraag begint met het onderwerp.)
8. *Як* він говорив з тобою? (Hint: Vraagwoord voor manier komt eerst.)
9. *Чи* ви розумієте мене? (Hint: Gebruik ‘Чи’ om ja/nee-vragen te maken.)
10. *Що* ти думаєш про це? (Hint: Vraagwoord aan het begin voor mening of idee.)