Imperatieve oefeningen 1: Informele bevelen
2. Eet je eten! Koreaanse informele imperatief van ‘eten’ is *먹어라*.
3. Schrijf je naam hier! Koreaanse informele imperatief van ‘schrijven’ is *써라*.
4. Kijk hier! Koreaanse informele imperatief van ‘kijken’ is *봐라*.
5. Luister naar mij! Koreaanse informele imperatief van ‘luisteren’ is *들어라*.
6. Wacht even! Koreaanse informele imperatief van ‘wachten’ is *기다려라*.
7. Drink water! Koreaanse informele imperatief van ‘drinken’ is *마셔라*.
8. Lees het boek! Koreaanse informele imperatief van ‘lezen’ is *읽어라*.
9. Spreek langzaam! Koreaanse informele imperatief van ‘spreken’ is *말해라*.
10. Kom hier! Koreaanse informele imperatief van ‘komen’ is *와라*.
Imperatieve oefeningen 2: Beleefde bevelen
2. Eet alsjeblieft. Koreaanse beleefde imperatief van ‘eten’ is *드세요*.
3. Schrijf het op, alsjeblieft. Koreaanse beleefde imperatief van ‘schrijven’ is *쓰세요*.
4. Kijk hier, alstublieft. Koreaanse beleefde imperatief van ‘kijken’ is *보세요*.
5. Luister goed, alsjeblieft. Koreaanse beleefde imperatief van ‘luisteren’ is *들으세요*.
6. Wacht even, alstublieft. Koreaanse beleefde imperatief van ‘wachten’ is *기다리세요*.
7. Drink water, alsjeblieft. Koreaanse beleefde imperatief van ‘drinken’ is *마시세요*.
8. Lees dit boek, alstublieft. Koreaanse beleefde imperatief van ‘lezen’ is *읽으세요*.
9. Spreek langzaam, alsjeblieft. Koreaanse beleefde imperatief van ‘spreken’ is *말하세요*.
10. Kom hier, alstublieft. Koreaanse beleefde imperatief van ‘komen’ is *오세요*.